I
Storingen zonder foutmelding
Storing
De hulpverwarming werkt niet, hoewel ze
door de thermostaat vrijgegeven is (bijv. in
de wachttijd door elektriciteitsleverancier
(EVU-wachttijd)), de verwarming of warm-
waterboiler bereikt niet de gewenste tem-
peratuur.
Lawaai in het verwarmingscircuit
Watersporen onder of naast de warmte-
pomp
Buitentemperatuur geeft -60 ºC aan
Temperaturen in verwarmingscircuit te laag
of te hoog
J
Karakteristieke waarden externe temperatuursensor VR 10
Temperatuur (°C)
-40
-35
-30
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
0020202611_00 Warmtepomp Installatie- en onderhoudshandleiding
Oorzaken
–
De hulpverwarming is via het laagtarief
aangesloten en dat is net door de elek-
triciteitsleverancier geblokkeerd
–
De veiligheidstemperatuurbegrenzer
van de hulpverwarming is geactiveerd
Mogelijke oorzaken bij nieuwe activering:
–
Lucht in de CV-installatie. Verstopt
vuilfilter in de retourleiding van de CV-
installatie
–
De CV-pomp is blijven staan of loopt te
langzaam
–
Lucht in het verwarmingscircuit
–
Verontreiniging in het verwarmingscir-
cuit
–
Bivalente temperatuur verkeerd inge-
steld
–
Vermogen van de externe CV-pomp is
verminderd of pomp is defect
–
De condensafvoer is verstopt
–
Lekken in het verwarmingscircuit
–
Buitentemperatuursensor verkeerd
aangesloten of defect
–
Gewenste kamertemperatuur niet opti-
maal ingesteld
–
Verlagingstemperatuur niet optimaal
ingesteld
–
Stooklijn niet optimaal ingesteld
Weerstand (ohm)
87879
63774
46747
34599
25848
19484
14814
11358
8778
6836
5363
4238
Oplossing
–
Controleren of de hulpverwarming via
laagtarief is aangesloten en er net een
EVU-wachttijd is
–
Veiligheidstemperatuurbegrenzer ont-
grendelen door te drukken op de toets
–
Verwarmingscircuit ontluchten. Verstopt
vuilfilter reinigen
–
CV-pomp controleren en evt. vervangen
–
CV-circuit ontluchten
–
Verwarmingscircuit spoelen
–
Bivalente temperatuur wijzigen
–
Werking van pomp controleren, evt.
vervangen
–
Condens aan de binnenzijde van het
product wordt opgevangen in de con-
densbak en evt. onder de warmtepomp
afgevoerd (geen storing). Isolatie van
de leidingen aan de binnenzijde van het
product controleren, evt. extra isoleren
om de ophoping van condens te vermin-
deren
–
Componenten van het verwarmingscir-
cuit (pomp, hulpverwarming, buis) con-
troleren op lekkage
–
Evt. schroefverbindingen vaster aan-
draaien en afdichtingen vervangen
–
Buitentemperatuursensor controleren
–
Gewenste kamertemperatuur wijzigen
–
Verlagingstemperatuur wijzigen
–
Stooklijn wijzigen
Bijlage
65