Het product is met aansluitstekkers uitgerust en aansluitklaar
bedraad. De netaansluitleiding en de pompen kunnen op de
telkens hiervoor bedoelde aansluitstekkers worden aange-
sloten.
5.7.1
Schakelkast openen/sluiten
5.7.1.1 Elektronicabox openen
1.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 8)
2
3
4
2.
Draai de vier schroeven (1) eruit.
3.
Demonteer de platen naast de elektronicabox en de
bovenste mantel. (→ Pagina 8)
4.
Maak de vangband (2) aan het linker zijdeel los om de
elektronicabox volledig naar voren te klappen.
5.
Maak de vier clips (4) uit de houders los.
6.
Verwijder het deksel (3).
5.7.1.2 Schakelkast sluiten
1.
Steek het voordien gedemonteerde deksel op de elek-
tronicabox.
2.
Let erop dat alle clips hoorbaar in de houders vastklik-
ken.
3.
Klap de schakelkast naar boven.
4.
Bevestig de vangband aan het linker zijdeel.
5.
Monteer de bovenste mantel. (→ Pagina 8)
6.
Steek beide platen naast de elektronicabox in en be-
vestig ze met de vier schroeven.
5.7.2
Bedrading uitvoeren
Opgelet!
Risico op materiële schade door ondes-
kundige installatie!
Netspanning aan verkeerde klemmen en
stekkerklemmen kan de elektronica kapot
maken.
0020222497_03 ecoVIT Installatie- en onderhoudshandleiding
1
▶
Sluit aan de klemmen eBUS (+/−) geen
netspanning aan.
▶
Klem de netaansluitkabel uitsluitend op de
daarvoor gemarkeerde klemmen aan!
1.
Leid de aansluitleidingen van de aan te sluiten compo-
nenten door de kabeldoorvoer tot aan de schakelkast.
2.
Gebruik de bijgeleverde snoerontlastingen.
3.
Verkort de aansluitleidingen indien nodig.
≤
30 mm
4.
Strip flexibele leidingen zoals weergegeven op de af-
beelding. Let er hierbij op dat de isolatie van de ver-
schillende aders niet wordt beschadigd.
5.
Isoleer de binnenste draden slechts zodanig dat goede,
stabiele verbindingen tot stand gebracht kunnen wor-
den.
6.
Om kortsluitingen door losse draden te vermijden, dient
u de geïsoleerde einden van de draden van draadeind-
hulzen te voorzien.
7.
Schroef de betreffende stekker aan de aansluitleiding.
8.
Controleer of alle draden mechanische vast in de stek-
kerklemmen van de stekker zitten. Corrigeer evt.
9.
Steek de stekker in de bijbehorende stekkerplaats van
de printplaat.
10. Beveilig de kabel met de trekontlastingen in de schakel-
kast.
5.7.3
Stroomvoorziening tot stand brengen
Opgelet!
Risico op materiële schade door te hoge
aansluitspanning!
Bij netspanningen boven 253 V kunnen elek-
tronische componenten vernietigd worden.
▶
Zorg ervoor dat de nominale spanning van
het stroomnet 230 V bedraagt.
Installatie 5
13