Inhoudsopgave
Advertenties
8 Inspectie en onderhoud
7.3
Branderwachttijd instellen
Om het frequent in- en uitschakelen van de brander en hier-
door energieverlies te vermijden, wordt steeds na het uit-
schakelen van de brander voor een bepaalde tijd een elek-
tronische herinschakelblokkering geactiveerd. U kunt de
branderwachttijd aan de omstandigheden van de CV-instal-
latie aanpassen. De branderwachttijd is alleen voor CV-be-
drijf actief. Onder D.02 kunt u de maximale branderwachttijd
instellen.
Het product is met een automatische deellastregeling uitge-
rust. De CV-deellast wordt aan de hand van de actuele bran-
derbelasting doorlopend geoptimaliseerd. Na een onderbre-
king van de netvoedingsspanning of na het indrukken van
de resettoets wordt de actueel vastgestelde waarde op het
maximaal vermogen teruggezet om instel- en testprocedures
niet te hinderen.
Automatisch bedrijf kan worden uitgeschakeld door onder
D.00 een waarde kleiner dan het maximaal vermogen in te
stellen. De instelwaarde wordt dan als maximale CV-deellast
overgenomen.
7.4
Opstartgedrag
Bij een warmtevraag gaat het product gedurende ca. 15 se-
conden in de status S.2 (pompvoorloop), daarna wordt de
ventilator gestart (S.1 ... S.3).
Na het bereiken van het starttoerental wordt de gasklep geo-
pend en de brander gestart (status S.4).
Het product werkt nu 30 seconden met startvermogen en
daarna wordt afhankelijk van de afwijking van de gewenste
waarde de berekende gewenste toerentalwaarde ingesteld.
7.5
Product aan gebruiker opleveren
1.
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking
van de veiligheidsinrichtingen.
2.
Instrueer de gebruiker over de bediening van het pro-
duct. Beantwoord alle vragen. Wijs de gebruiker vooral
op de veiligheidsvoorschriften die hij in acht moet ne-
men.
3.
Informeer de gebruiker erover dat het product volgens
de opgegeven intervallen dient te worden onderhouden.
4.
Overhandig de gebruiker alle handleidingen en product-
papieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.
5.
Instrueer de gebruiker over getroffen maatregelen voor
de VLT/VGA en wijs hem erop dat hij aan de VLT/VGA
niets mag veranderen.
6.
Wijs de gebruiker erop dat de handleidingen in de buurt
van het product moeten worden bewaard.
7.
Informeer de gebruiker over het controleren van de
vereiste installatiedruk en over de maatregelen die hij
indien nodig moet nemen bij het bijvullen en ontluchten
van de CV-installatie.
8.
Wijs de gebruiker op de juiste (efficiënte) instelling van
temperaturen, thermostaten en thermostaatkranen.
20
8
Inspectie en onderhoud
Gevaar!
Levensgevaar door spanningsvoerende
aansluitingen!
Bij werkzaamheden in de schakelkast van de
warmtebron bestaat levensgevaar door een
elektrische schok.
▶
Koppel de warmteopwekker los van het
elektriciteitsnet door de hoofdnetschake-
laar uit te schakelen of schakel de warm-
teopwekker via een scheidingsinrichting
met een contactopening van minimaal 3
mm (bijv. zekeringen of vermogensscha-
kelaars) spanningsvrij.
▶
Controleer de warmteopwekker op span-
ningvrijheid.
▶
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
▶
Open de schakelkast alleen wanneer de
warmteopwekker zich in spanningsloze
toestand bevindt.
▶
Verbreek de verbinding van het product met het elektrici-
teitsnet.
▶
Sluit de gaskraan.
Aanwijzing
Als inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
bij ingeschakelde hoofdnetschakelaar nodig
zijn, wordt hier bij de beschrijving van het on-
derhoudswerk op gewezen.
▶
Voer alle inspectie- en onderhoudswerkzaamheden in de
volgorde uit zoals in tabel overzicht inspectie- en onder-
houdswerkzaamheden.
Onderhoudswerkzaamheden – Overzicht (→ Pagina 29)
8.1
Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen
Deskundige, regelmatige inspecties (1 x per jaar) en onder-
houdsbeurten (afhankelijk van het resultaat van de inspec-
tie, ten minste echter een keer om de 2 jaar) en uitsluitend
gebruik van originele reserveonderdelen zijn voor een sto-
ringvrij gebruik en een lange levensduur van het product van
doorslaggevend belang.
We raden u aan om een inspectie- resp. onderhoudscontract
af te sluiten.
Inspectie
Het doel van de inspectie is een vergelijking van de werke-
lijke toestand van het product met de gewenste toestand. Dit
gebeurt door meten, testen en observeren.
Onderhoud
Onderhoud is nodig om eventuele afwijkingen tussen de
werkelijke toestand en de gewenste toestand te verhelpen.
Dit gebeurt meestal door reinigen, instellen en indien nodig
vervangen van afzonderlijke aan slijtage onderhevige com-
ponenten.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoVIT 0020222497_03
Advertenties
Inhoudsopgave
