8 Inspectie en onderhoud
17. Controleer de afstand van de elektroden t.o.v. elkaar en
t.o.v. de brander en corrigeer de afstanden eventueel.
–
Waarden in millimeter zie afbeelding
8.6
Verbrandingskamer reinigen
1.
Bescherm de schakelkast tegen spatwater.
2.
Reinig de verbrandingskamer met een in de handel
gebruikelijke azijnessence. Spoel met water na.
8.7
Sifonbeker reinigen
1.
Draai de condenswatersifon naar achteren.
2.
Draai het onderste deel van de condenswatersifon eraf.
3.
Spoel het onderste deel van de condenswatersifon met
water uit.
4.
Vul het onderste deel van de condenswatersifon met
water.
5.
Bevestig het onderste deel van de condenswatersifon.
6.
Draai de condenswatersifon weer verticaal.
22
B
A
8.8
Brander controleren
Aanwijzing
De brander is onderhoudsvrij en hoeft niet gerei-
nigd te worden.
▶
Controleer het oppervlak van de brander op beschadigin-
gen. Als u schade vaststelt, vervang dan de brander incl.
afdichting.
8.9
Brandermodule monteren
Gevaar!
Levensgevaar door lekkend gas!
Een ondeskundige gasinstallatie of een de-
fect kan het veilige gebruik van het product
nadelig beïnvloeden en tot lichamelijk letsel
en materiële schade leiden.
▶
Controleer het product voor de ingebruik-
neming en na elke inspectie, onderhouds-
beurt of reparatie op gasdichtheid!
Gevaar!
Levensgevaar door lekkend gas!
Een defecte verbrandingskamerafdichting
kan het veilige gebruik van het product beïn-
vloeden en tot lichamelijk letsel en materiële
schade leiden.
▶
Vervang de verbrandingskamerafdichting
na elke inspectie.
1
B
1.
Vervang de verbrandingskamerafdichting (2) in de bran-
derflens.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoVIT 0020222497_03
2
3
A
4