Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchttoevoer- & Rookgasafvoersysteem - Reznor ULSA 025 Instructies Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

 
 
7.1 ALGEMEEN 
 
WAARSCHUWING 
 
De ULSA/ULSA EC‐toestellen kunnen zowel worden toegepast in een type B als een type C installatie. Het ontwerp van 
deze toestellen laat de montage toe van zowel horizontale als verticale in‐ & uitlaatpijpen zonder afbreuk te doen aan 
de veilige en degelijke werking van de toestellen op voorwaarde echter dat de voorgeschreven instructies en richt‐lijnen 
worden nageleefd. Indien een toestel vervangen dient te worden, moet u er zich van vergewissen dat alle aansluitingen 
van het nieuwe toestel overeenstemmen met de afmetingen van het bestaande luchttoevoer‐ & rookgasafvoersysteem. 
Een onaan‐gepaste aansluiting van het luchttoevoer‐ & rookgasafvoersysteem kan leiden tot condensvorming en 
onveilige omstandigheden. 
Een toestel geïnstalleerd als type C (gesloten toestel) moet worden voorzien van zowel een luchttoevoer‐ als een 
rookgasafvoerpijp. Bij installatie van een toestel als type B (dwz dat de verbrandingslucht uit de te verwarmen ruimte 
wordt onttrokken) hoeft er enkel een rookgasafvoerpijp te worden gemonteerd.  Zorg ervoor dat alle verbrandings‐
gassen naar buiten worden afgevoerd.  
Elk toestel geïnstalleerd als type B moet met een individuele rookgasafvoerpijp worden uitgerust. De verbrandings‐
luchttoevoeropening is door een afschermrooster afgeschermd. 
Elk toestel geïnstalleerd als type C moet van een individueel rookgasafvoer‐ en verbrandingsluchttoevoersysteem 
worden voorzien.De installatie van type C toestellen met enkelvoudig kanaalsysteem voor luchttoevoer en rookgas‐
afvoer zijn niet toegelaten! 
Voorzie (op ongeveer 450mm van de aansluiting van de rookgasafvoepijp)  het rookgasafvoersysteem van een gas‐
druktestnippel teneinde een representatief monster van de rookgassen te kunnen nemen. Verzeker u ervan dat de 
testnippel achteraf kan worden gedicht.  Volg stipt alle instructies van de fabrikant op in verband met dichtingen, 
koppelingen, etc ... 
 
Figuur 5 : Aansluiting luchttoevoer‐ & rookgasafvoer (standaard versie
7 LUCHTTOEVOER & ROOKGASAFVOER 
De installatie van het luchttoevoer‐ & rookgasafvoersysteem moet voldoen aan alle van 
toepassing zijnde plaatselijke en nationale reglementeringen. 
Een foutieve installatie kan leiden tot de dood, zware verwondingen en/of materiële 
beschadiging 
 Verzekert u ervan dat alle rookgassen naar buiten worden afgevoerd. Een 
gemeenschappelijk rookgasafvoersysteem (voor meerdere toestellen) mag niet worden 
gebruikt.  
Enkelwandige afvoerpijpen die aan koude lucht worden blootgesteld of in niet‐
verwarmde ruimtes geïnstalleerd zijn, moeten worden geïsoleerd.. 
Bescherm afvoeren die geleid worden doorheen ontvlambare wanden of spouwen met 
een niet‐brandbaar omhulsel en respecteer hierbij een luchtspleet van minimum 25mm 
tussen omhulsel en rookgasafvoerpijp. Controleer dat er zich in de omgeving van de 
afvoerleiding geen brandbaar materiaal bevindt waarvan de temperatuur tot 65°C kan 
oplopen wanneer het toestel in werking is. Hou steeds een minimumafstand van 150mm 
tussen afvoerleiding en ontvlambaar materiaal in acht. 
Wanneer condensvorming onvermijdelijk is, moet men een afvoerkanaaltje voorzien om 
het condenswater te laten wegvloeien. 
 
)
 
Opmerking : 
Een afdekplaat kan worden gemonteerd op het 
achter‐ of bovenpaneel. Standaard wordt de plaat 
met de rookgasafvoer‐ & verbrandingsluchttoevoer 
op het bovenpaneel gemonteerd maar kan indien 
gewenst probleemloos op het achterpaneel worden 
geïnstalleerd. 
Een kit samengesteld met moereinden voor de 
aansluiting van luchttoevoer‐/rookgasafvoerpijpen 
kan afzonderlijk worden besteld. 
 
 
① Luchttoevoerinlaat 
① Aansluiting rookgasafvoer 
1701ULSA(EC)BENL/NLNL-11/30

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave