A
lle gasspecificaties kunnen worden teruggevonden in tabel 1 van hoofdstuk 3.
WAARSCHUWING
9.1 ALGEMEEN
De ULSA/ULSA EC toestellen zijn geschikt voor aansluiting op aardgas, propaan of butaan. Controleer of de
gascategorie, gasinlaatdruk en gastoevoer in overeenstemming zijn met de gegevens vermeld op het typeplaatje van
het toestel Om het toestel op maximaal vermogen te laten werken, moeten de gastoevoerbuizen over een voldoende
doorlaat beschikken. Voor onderhoud dient er dicht bij het toestel een gaskraan met koppeling gemonteerd te
worden (zie figuur 11). Het plaatsen van een gasfilter en het reinigen van de gasbuis met stikstof wordt sterk
aanbevolen.
De volledige gasinstallatie (met inbegrip van de gasmeter) moet door een erkend vakman op lekdichtheid worden
gecontroleerd, in overeenstemming met alle van toepassing zijnde richtlijnen.
9.2 GASAANSLUITING
Figuur 11
9.3 INSTELLEN GASKLEP
Verwijder de beveiligingsschroef bovenaan om de
instelwaarde bij te regelen. Instelwaarden kunnen
worden afgelezen in de aangeduide punten.
Plaats een schroevendraaier in het aangeduide punt
om de CO
, ‐waarden bij te stellen : draai klokwijzerzin
2
om de gemeten CO
te verlagen of tegenwijzerzin om
2
de gemeten CO
.‐waarde te verhogen. De CO
2
dient te gebeuren in het rookkanaal.
E
lk nieuw toestel wordt afgeregeld in de fabriek. Bij
wijzigingen aan gasklep moeten de nodige aanpassingen
gebeuren door een bekwaam vakman!
9 GASAANSLUITING
Aansluiting op de gasleiding mag uitsluitend gebeuren door gekwalificeerde personen.
De gasinstallatie moet beantwoorden aan alle van kracht zijnde reglementeringen.
Er mag uitsluitend voor gas geschikt fitting materiaal worden gebruikt.
Gebruik het toestel nooit als ondersteuning voor de gaspijp.
VOORALEER DE INSTALLATIE IN GEBRUIK TE NEMEN IS HET UITERMATE BELANGRIJK ALLE
GASCOMPONENTEN TE CONTROLEREN OP GASDICHTHEID. GEBRUIK HIERVOOR NOOIT
EEN VLAM. HET NIET OPVOLGEN VAN DEZE RICHTLIJN KAN LEIDEN TOT MATERIËLE
SCHADE, LICHAMELIJKE LETSELS MET ZELFS DE DOOD TOT GEVOLG!
.meting
2
1
Offset instelpunt
2
Inlaatdruk meetpunt
3
CO2 instelpunt
4
Offset meetpunt
1701ULSA(EC)BENL/NLNL-16/30
OPMERKING :
Het wordt ten stelligste
afgeraden de gasklep te
strak aan te spannen
alsook de gasklep naar
de binnenzijde van de
controlesectie te
draaien.
Figuur 12