Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van De Riemspanning - Parker OSP-E Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Modulaire elektrische lineaire aandrijvingen OSP-E

7.3.3 Controle van de riemspanning

OSP-E..BHD
Lineaire aandrijving met tandriem en geïntegreerde geleiding
Verplaats de meenemer naar de aandrijfkant, totdat de afstand vanaf het midden van de omloop-as (te-
genover de aandrijfzijde) tot het einde van de meenemer 500 mm bedraagt (250 mm voor korte slagleng-
tes).
Om de riemspanning te kunnen meten, moet u de riem in het midden van het vrijgemaakte gedeelte
omlaag drukken (bijv. 250 mm resp. 125 mm, gemeten vanaf het einde van de meenemer).
Voor een correcte riemspanning moet de riem bij een afstand van 500 mm 6 tot 7 mm resp. bij 250 mm
3 tot 3,5 mm omlaaggedrukt kunnen worden.
Met een drukmeter (dynamometer FDN200 met testpennen identnr. 16187) moet de volgende kracht afge-
lezen kunnen worden:
Lineaire aandrijving
Kracht
Indien de gemeten waarde onder de vermelde waarde van de bovenstaande tabel ligt, dient u de tandriem te
vervangen.
Breng de afdekstrip weer in zijn positie en bevestig deze met het klemstuk.
OSP-E..B
Lineaire aandrijving met tandriem en interne glijgeleiding
Meenemer (1) op de aandrijfzijde schuiven.
Klemstuk (3) voor de afdekstip (2) losmaken zodat de afdekstrip omhoog getild kan worden en de spleet
tussen meenemer en loopzijde vrijgemaakt is.
Verplaats de meenemer naar de aandrijfkant, totdat de afstand vanaf het midden van de omloop-as (te-
genover de aandrijfzijde) tot het einde van de meenemer 500 mm bedraagt (250 mm voor korte slagleng-
tes).
Om de riemspanning te kunnen meten, moet u de riem in het midden van het vrijgemaakte gedeelte
omlaag drukken (bijv. 250 mm resp. 125 mm, gemeten vanaf het einde van de meenemer).
Voor een correcte riemspanning moet de riem bij een afstand van 500 mm 6 tot 7 mm resp. bij 250 mm
3 tot 3,5 mm omlaaggedrukt kunnen worden.
Met een drukmeter (dynamometer DTN200 met testpennen identnr. 15242) moet de volgende kracht afge-
lezen kunnen worden:
Lineaire aandrijving
Kraft
Indien u niet over een drukmeter beschikt, kunt u de test verrichten met een gewicht van 0,7 kg (maat 25),
1,3 kg (maat 32) of 2,5 kg (maat 50) dat u door de gleuf op de riem legt.
Hierbij moet de riem normaal gesproken max. 7 mm en min. 6 mm bij een lengte van 500 mm resp. max.
3,5 mm en min. 3 mm bij 250 mm lengte doorbuigen.
Indien de gemeten waarde onder de vermelde waarde van de bovenstaande tabel ligt, dient u de tandriem te
vervangen.
Breng de afdekstrip weer in zijn positie en bevestig deze met het klemstuk.
OSP-E..BV
Verticale aandrijving met tandriem en geïntegreerde kogelomloopgeleiding
Opgelet
De door de fabrikant ingestelde spanning van de tandriem mag niet worden veranderd.
Naspannen is niet noodzakelijk.
Diameter 20
Diameter 25
35N ± 1N
35N ± 0,5N
Diameter 25
Diameter 32
7,5N ± 0,5N
13N ± 1N
16
Diameter 32
Diameter 50
60N ± 1N
94N ± 2N
Diameter 50
28N ± 2N

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave