Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vervangen Afstrijkers / Buitenband; Controle Lagers - Parker OSP-E Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

8.3.5 Vervangen afstrijkers / buitenband

Als de schrapers (OSP-E..SB en OSP-E..ST) versleten zijn, moeten deze vervangen worden.
Demonteer alle onderdelen die op de meenemer bevestigd zijn.
Verwijder aan beide zijden de bevestigingsschroeven (4) en neem de afdekking (3) met de schrapers
voorzichtig weg (klikprofiel). Zorg er tevens voor dat de schrapers en de veren in hun positie blijven.
Nu kunt u de nieuwe schrapers monteren.
Als de buitenband zichtbare beschadigingen mocht hebben zodat er vuil in het aluminiumprofiel kan binnen-
dringen, moet u dit onderdeel onmiddellijk vervangen.
Schrapers (OSP-E..S en OSP-E..ST) demonteren.
Klemstukken (1) verwijderen zodat de buitenband (2) uitgebouwd en vervangen kan worden.
Schroefdraad
M 3
M 4
8.3.6 Glijstroken (OSP-E..SB en OSP-E..ST) / steunringen vervangen
De speling tussen de glijstroken (1) en het aluminiumprofiel mag max. 0,2 mm bedragen. Als deze waarde
overschreden wordt, moeten de glijstroken vervangen worden.
Aandrijving volgens hoofdstuk 8.3.4 demonteren (spindel en moer niet demonteren!)
Beide glijstroken (2) verwijderen en door nieuwe stroken van dezelfde kleur vervangen.
Beide steunringen (1) op slijtage controleren en eventueel vervangen door nieuwe steunringen van de-
zelfde dikte.

8.3.7 Controle lagers

Als u tijdens het bewegen van de lineaire aandrijvingen harde geluiden begint te horen, moet u de lagers op
slijtage controleren.
Wij raden u aan de lineaire aandrijvingen OSP-E..ST en OSP-E..STR na een bedrijfsduur van max. 300 km
of 24 maanden te controleren.
Een controle van de lineaire aandrijving OSP-E..SB en OSP-E..SBR dient na een bedrijfsduur van max.
3000 km of 12 maanden plaats te vinden.
Motor/aandrijfeenheid alsmede alle overige daaraan bevestigde onderdelen losmaken en verwijderen.
Controleer de spindels en de geleidingen op eventuele verontreinigingen (buitenband losmaken en voor
een visuele controle omhoog bewegen).
Aandrijfas met de hand in beide draairichtingen draaien. Dit moet zonder schokken en soepel lopend
mogelijk zijn. Om het loopgedrag beter te kunnen controleren, moet u eventueel de koppeling op de
aandrijfas monteren. Let op het leegloopkoppel! (Zie hoofdstuk 7.1 e.v.)
Als dit niet mogelijk is, moet de lineaire aandrijving gedemonteerd worden en moet het beschadigde
lager vervangen worden.
Aandraaimomenten verzonken
schroeven
0,5 ± 0,1 Nm
2,2 ± 0,1 Nm
33
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave