Modulaire elektrische lineaire aandrijvingen OSP-E
9.5.2 Montage volgorde:
Let er op dat de aandraaimomenten niet overschreden worden.
•
Monteer de motor op de flensplaat.
•
Bevestig de lineaire aandrijving op de flensplaat, let daarbij op de juiste afstand van de
aandrijf-as (zie tabel).
•
Monteer de klemhulzen inde tandwielen en lijn deze uit (zie tekening).
•
Monteer de tandwielen met de klemhulzen op de assen. Gebruik de draadstiften om de
tandwielen op een afstand van 1,5 +/- 0,5 mm tot de flensplaat vast te zetten.
•
Monteer de tandriem en corrigeer indien noodzakelijk de afstand tussen de assen.
•
Monteer de afdekkap.
Diameter
Overbrenging
As-afstand [mm]
OSP-E25
1:1
2:1
110
109,3
As-afstand
38
OPS-E32
1:1
2:1
110
111,4
OSP-E50
1:1
2:1
135
133,7