Uw printer kan afdrukken op verschillende papiersoorten, waar-
onder losse vellen, kettingpapier, doorslagformulieren, etiketten,
enveloppen, briefkaarten en rolpapier. In dit hoofdstuk wordt
uitgelegd hoe u deze papiersoorten gebruikt bij deze printer.
Opmerking:
Zie Appendix C voor gedetailleerde specificaties van de papiersoorten
die in de printer kunnen worden gebruikt.
Een papierbron selecteren
De printer is geschikt voor verschillende papiersoorten, dankzij
de vier papierbronnen: de papiergeleider, de tractor, de optionele
invoereenheid en de optionele rolpapierhouder. Welke papier-
bron u moet kiezen, hangt af van de papiersoort die u wilt
gebruiken. Zie "Papierbron en papiersoorten" op pagina 2-3.
Voor LQ-680-gebruikers:
Om een papierbron te selecteren, gebruikt u de papierhendel.
Zie "De papierhendel instellen (LQ-680)" op pagina 2-4.
Voor LQ-680Pro-gebruikers:
Om een papierbron te selecteren, gebruikt u de Paper Source-
knop op het bedieningspaneel. Zie "De Paper Source-knop instel-
len (LQ-680Pro)" op pagina 2-5.
2-2
Papierverwerking