Als u de gewenste instellingen hebt vastgelegd, klikt u op OK om
de instellingen toe te passen of op Cancel (Annuleren) om de
wijzigingen te annuleren.
Nadat u de instellingen van de printerdriver hebt ingesteld en de
nodige wijzigingen hebt doorgevoerd, bent u gereed om af te
drukken.
De printerdriver onder Windows NT 3.5x
gebruiken
U opent de printerdriver vanuit uw Windows-toepassingen, of
vanuit het Control Panel (Configuratiescherm). Als u de printer-
driver opent vanuit een Windows-toepassing, gelden de instel-
lingen die u opgeeft uitsluitend voor die ene toepassing. Zie "De
printerdriver vanuit Windows-toepassingen openen" hieronder.
Als u de printerdriver vanuit het Control Panel (Configuratie-
scherm) opent, gelden de instellingen die u opgeeft voor alle
Windows-toepassingen. Zie "De printerdriver vanuit het Control
Panel (Configuratiescherm) openen" op pagina 3- 16. Als u de
printerdriverinstellingen wilt controleren en wijzigen, raadpleegt
u het gedeelte "De instellingen van de printerdriver wijzigen" op
pagina 3- 16.
Opmerking:
Hoewel de instellingen in Windows-toepassingen vaak voorrang hebben
op die in de printerdriver, is dat niet altijd het geval. Het is daarom
raadzaam te controleren of de printerdriveritems naar wens zijn ingesteld.
De printersoftware gebruiken
3
3-13