2. Controleer of uw printer is geselecteerd, en klik op Printer,
Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties).
(Het kan zijn dat u op twee of meer van deze knoppen moet
klikken.) Het venster Document Properties verschijnt, met
daarin de printerdriverinstellingen Form en Orientation.
Zie "De instellingen van de printerdriver wijzigen" op pagina
3- 16 om de instellingen te wijzigen.
3. Klik op Options (of een soortgelijke knop) om het dialoogven-
ster Advanced Document Properties te openen, met daarin
de printerdriverinstellingen Graphics Resolution, Color en Op-
timizations. Zie "De instellingen van de printerdriver wijzi-
gen" op pagina 3- 16 om de instellingen te wijzigen.
De printersoftware gebruiken
3
3-15