groef van de behuizing. Schroef de bouten van het lagerhuis (370C) ongeveer 12 mm (1/2 inch)
in het lagerframe.
7.
Schuif de deflector (123) op de as (122).
8.
Indien de eenheid een pakkingsbus heeft: Plaats het deksel van de pakkingbus (184) tegen het
frame en zorg ervoor dat de bouten (370H) uitgelijnd zijn met de juiste gaten in het frame. Ver-
vang de moeren en draai vast aan. Schuif de bus, indien aanwezig, op de as (122). Zorg ervoor
dat de groef in het uiteinde van de bus in de aandrijfpen (496D) op de as grijpt.
9.
Als de eenheid een mechanische afdichting heeft (383):
De volgende instructies verwijzen naar pompen die zijn uitgerust met mechanische afdichtin-
gen, al dan met of zonder bus.
Op eenheden met bussen kan het roterende deel van de afdichting op de bus worden gemon-
teerd en het geheel van afdichting en bus als één geheel op de as worden gemonteerd.
Alvorens afdichtingen te monteren, veegt u de afdichtingsvlakken zorgvuldig af met een schone
zachte doek en smeert u ze in met schone olie.
Eerst moet het rotorblad worde ingesteld om te zorgen voor de juiste positionering van de me-
chanische afdichting.
a)
Plaats de bus (126), indien aanwezig, op de as (122) en breng de groef in de bus in contact
met de aandrijfpen (469) op de as. Plaats de afscherming (184) van de pakkingsbus tegen
het frame (228). Zorg ervoor dat de bouten (370H) zijn uitgelijnd met de overeenkomstige
gaten in het frame. Draai de moeren of bouten vast aan.
b)
Schroef het rotorblad (101) met de O-ring (412A) op zijn plaats op de as. Zorg ervoor dat
de as door de afscherming van de pakkingbus (184) heen steekt, zodat het rotorblad NIET
in contact komt met het oppervlak van de bescherming van de pakkingbus.
c)
Stel met behulp van de stelbouten voor het rotorblad (370C & 370D) de vrijslag van het ro-
torblad bij tot een voelermaat van (0,020") 0,51 mm tussen de achterkant van het rotorblad
en de voorkant van de afscherming van de pakkingbus.
d)
Verwijder de afscherming van het rotorblad (101) en de pakkingsbus (184).
De volgende instructies dienen voor drie basis afdichtingstypes: Binnenste, buitenste en dub-
bele afdichtingen. Raadpleeg de tekening van de fabrikant van de afdichting om het afdichtings-
type en de plaatsingsafmetingen te bepalen. Volg de overeenkomstige procedures.
10. Enkele binnenste afdichting
a)
Monteer het drukstuk (250), de pakkingen en de vaste zitting. Als de unit een bus heeft
(126), plaats deze op de as (122). Schuif de montage van het drukstuk op de as of bus.
b)
Zie sectie V-D voor instructies over de juiste plaatsing van mechanische afdichtingen.
c)
Plaats het deksel van de pakkingsbus (184) tegen het frame en zorg ervoor dat de bouten
(370H) uitgelijnd zijn met de juiste gaten in het frame. Vervang de moeren en draai vast
aan. Zorg ervoor dat eht deksel van de pakkingsbus niet in contact komt met de as, bus-
sen, of indien aanwezig, de mechanische afdichting.
d)
Zie Stap 13 voor verdere instructies.
11.
Buitenste afdichting
a)
Als de eenheid een asbus heeft (126), schuif deze op de as (122).
b)
Smeer het draaiende gedeelte van de afdichting en schuif deze op de as of bus. Draai de
stelschroeven niet vast.
c)
Monteer het drukstuk (250), de pakkingen en de vaste zitting en schuif de montage op de
as of bus.
d)
Plaats het deksel van de pakkingsbus (184) tegen het frame en zorg ervoor dat de bouten
(370H) uitgelijnd zijn met de juiste gaten in het frame. Draai de moeren vast aan.
e)
Plaats de montage van het drukstuk tegen de voorzijde van de pakkingsbus en draai de
veerbouten vast aan.
3996 Instructies voor installatie, bediening en onderhoud
6.4 Hermontage
41