SMA Solar Technology AG
11.9
Fase invoeren
De Sunny Portal kan in de apparaateigenschappen van de omvormer de fase weergeven waaraan de betreffende
omvormer is aangesloten. Om de fase te laten weergeven moet u de fase invoeren.
Voorwaarde:
☐ U moet installateur of installatie-administrator zijn (zie hoofdstuk 16.1, pagina 110).
Werkwijze:
1. Kies de apparaateigenschappen van de omvormer (zie hoofdstuk 11.2, pagina 69).
2. Kies [Bewerken].
☑ Het menu voor het instellen van de apparaateigenschappen wordt geopend.
3. Activeer in de sectie Fase het selectievakje van de fase waarop de omvormer is aangesloten.
4. Kies [Opslaan].
11.10 PV-generatorvermogen invoeren
Het PV-generatorvermogen is het maximale vermogen van de PV-panelen die op één omvormer zijn aangesloten.
Werkwijze:
• Laat het PV-generatorvermogen aan de hand van de eigenschappen van de strings berekenen (zie
hoofdstuk 15.1, pagina 99).
of
• Voer het PV-generatorvermogen handmatig in.
SMA Solar Technology AG adviseert het PV-generatorvermogen aan de hand van de eigenschappen van de strings te
laten berekenen. Een string is een in serie geschakelde groep van PV-panelen. Een PV-installatie bestaat over het
algemeen uit meerdere strings. Elke string heeft specifieke eigenschappen, zoals de afwijking van het zuiden (azimut)
of de hellingshoek van het dak.
Als u de eigenschappen van de strings invoert, heeft dit de volgende voordelen:
• De Sunny Portal kan het PV-generatorvermogen nauwkeuriger bepalen.
• De Sunny Home Manager kan nauwkeurigere PV-opwekkingsprognoses maken en de verbruikers efficiënter
sturen.
PV-generatorvermogen handmatig invoeren
Het aangesloten PV-generatorvermogen per omvormer kunt u opvragen bij uw installateur. Aan de hand van het
generatorvermogen kan de Sunny Portal het nominale installatievermogen van uw PV-installatie berekenen (zie
hoofdstuk 15.4.2, pagina 101).
Voorwaarde:
☐ U moet installateur of installatie-administrator zijn (zie hoofdstuk 16.1, pagina 110).
Het nominale installatievermogen is vereist voor de begrenzing van de teruglevering van werkelijk
vermogen
U moet het PV-generatorvermogen correct invoeren om ervoor te zorgen dat de begrenzing van de teruglevering
van werkelijk vermogen op de juiste waarde kan worden ingesteld (zie hoofdstuk 15.9, pagina 105). Als het
geïnstalleerde PV-generatorvermogen wordt gewijzigd, moet u deze waarde aanpassen.
Werkwijze:
1. Roep de eigenschappen van de omvormer op (zie hoofdstuk 11.2, pagina 69).
2. Kies [Bewerken].
☑ Het menu voor het instellen van de apparaateigenschappen wordt geopend.
Bedieningshandleiding
11 Apparaatinstellingen
HM-20-BE-nl-11
73