Indien de regeling via de aanvoerwatertemperatuur gebeurt, wordt
Vorstbescherming
kamer
NIET
Vorstbescherming kamer [2‑06] ingeschakeld is, is een beperkte
vorstbescherming door de unit mogelijk:
Als...
Ruimteverwarming/-koeling
staat UIT en de
buitenomgevingstemperatuur
zakt onder 4°C
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN en de bedrijfsmodus is
"verwarming"
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN en de bedrijfsmodus is
"koeling"
Regeling via externe kamerthermostaat ([C‑07]=1)
Wanneer de regeling via een externe kamerthermostaat gebeurt,
wordt Vorstbescherming kamer gegarandeerd door de externe
kamerthermostaat,
op
voorwaarde
koeling [C.2] AAN is en Noodbedrijf [9.5.1] op Automatisch of
op autom. SH normaal/warmtapwater uit staat. Als echter de
parameter "Vorstbescherming
een beperkte vorstbescherming door de unit mogelijk.
In het geval van één aanvoerwatertemperatuurzone:
Als...
Ruimteverwarming/-koeling
staat UIT en de
buitenomgevingstemperatuur
zakt onder 4°C
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN, de externe
kamerthermostaat staat op
"Thermo UIT" en de
buitentemperatuur zakt onder
4°C
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN en de externe
kamerthermostaat staat op
"Thermo AAN"
In het geval van twee aanvoerwatertemperatuurzones:
Als...
Ruimteverwarming/-koeling
staat UIT en de
buitenomgevingstemperatuur
zakt onder 4°C
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN, de externe
kamerthermostaat staat op
"Thermo UIT", de bedrijfsmodus
is "verwarming" en de
buitentemperatuur zakt onder
4°C
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN en de bedrijfsmodus is
"koeling"
Regeling via kamerthermostaat ([C‑07]=2)
EGSAH/X06+10DA9W(G)
Daikin Altherma 3 GEO
4P569820-1 – 2019.02
gegarandeerd.
Als
echter
Dan...
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
volgens de normale logica.
Er is geen Vorstbescherming
kamer.
dat
Ruimteverwarming/-
kamer" [2-06] ingeschakeld is, is
Dan...
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
Vorstbescherming kamer wordt
gegarandeerd door de normale
logica.
Dan...
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
Er is geen Vorstbescherming
kamer.
Bij regeling via een kamerthermostaat is Vorstbescherming kamer
gegarandeerd als ze is ingeschakeld. Wanneer Vorstbescherming
kamer [2‑06] ingeschakeld is en de kamertemperatuur onder de
vorstbeschermende
temperatuur
aanvoerwater naar de warmteafgevers sturen om de kamer opnieuw
op te warmen.
#
Code
[1.4.1]
[2-06]
Activatie:
▪ 0 Nee: functie Vorstbescherming staat
UIT.
▪ 1 Ja: functie Vorstbescherming staat
AAN.
[1.4.2]
[2-05]
Instelpunt ruimtetemperatuur
4°C~16°C
INFORMATIE
Wanneer de gebruikersinterface die wordt gebruikt als
kamerthermostaat
losgekoppeld
bedrading of een beschadigde kabel), dan wordt de
Vorstbescherming kamer NIET gegarandeerd.
OPMERKING
Als Noodbedrijf op Handmatig ([9.5.1]=0) is ingesteld, en
het noodbedrijf van de unit wordt geactiveerd, dan zal de
unit gestopt worden en moet hij handmatig opnieuw
worden gestart via de gebruikersinterface. Om de werking
handmatig te herstellen, gaat u naar het Storing
hoofdmenu-scherm, waar de gebruikersinterface u dan zal
vragen om de noodwerking te bevestigen alvorens te
herstarten.
Zelfs wanneer de gebruiker de noodwerking NIET
bevestigt, blijft Vorstbescherming kamer ingeschakeld.
Afwijk. kamersensor
ALLEEN van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat. U kunt de (externe) kamertemperatuursensor
ijken. U kunt een afwijking instellen op de waarde van de
kamerthermistor gemeten door de gebruikersinterface die wordt
gebruikt als kamerthermostaat of door de externe kamersensor. De
instellingen kunnen gebruikt worden om situaties te compenseren
waarin
de
gebruikersinterface
kamerthermostaat of de externe kamerthermostaat NIET op de
ideale plaats kunnen worden geplaatst (zie
temperatuursensor opstellen" op
#
Code
[1.6]
[2-0A]
Afwijk. kamersensor
(gebruikersinterface die wordt gebruikt
als kamerthermostaat): afwijking van de
werkelijke kamertemperatuur gemeten
door de gebruikersinterface die wordt
gebruikt als kamerthermostaat.
▪ –5°C~5°C, stap 0,5°C
[1.7]
[2-09]
Afwijk. kamersensor (optie externe
kamersensor): ENKEL van toepassing
als de optie externe kamersensor
geïnstalleerd en geconfigureerd is.
▪ –5°C~5°C, stap 0,5°C
10.5.3
Primaire zone
Instelpunt-scherm
U kunt de aanvoerwatertemperatuur voor de primaire zone instellen
via het instelpunt-scherm. Voor meer informatie over hoe dit precies
moet, zie
"10.3.5 Instelpunt-scherm" op
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10 Configuratie
[2‑05]
zakt,
zal
de
Beschrijving
is
(door
een
foute
die
wordt
gebruikt
"5.7 Een externe
pagina 22).
Beschrijving
pagina 59.
unit
als
65