Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin Altherma 3 GEO EGSAH06DA9W Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur pagina 68

Verberg thumbnails Zie ook voor Altherma 3 GEO EGSAH06DA9W:
Inhoudsopgave

Advertenties

10 Configuratie
OPMERKING
Voor de vloerverwarming is het belangrijk de volgende
temperaturen te beperken:
▪ de
maximumaanvoerwatertemperatuur
verwarming
volgens
vloerverwarmingsinstallatie.
▪ de minimumaanvoerwatertemperatuur tijdens koeling
tot 18~20°C om geen condensatie op de vloer te
hebben.
OPMERKING
▪ Wanneer
de
aanvoerwatertemperaturen aangepast worden, moeten
ook
alle
gewenste
aangepast worden, zodat ze binnen de grenswaarden
blijven.
▪ Zorg steeds voor een evenwicht tussen de gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur en/of de capaciteit (in functie van de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers). De
gewenste aanvoerwatertemperatuur is het resultaat
van verschillende instellingen (voorgeprogrammeerde
waarden,
omschakelwaarden,
curven, aanpassing). Bijgevolg kunnen te hoge of te
lage aanvoerwatertemperaturen overtemperaturen of
gebrek aan capaciteit veroorzaken. Door het bereik van
de
aanvoerwatertemperaturen
geschikte waarden (afhankelijk van de warmteafgever)
kunnen dergelijke situaties vermeden worden.
Voorbeeld: Stel de minimumaanvoerwatertemperatuur in op 28°C
om te vermijden dat de kamer NIET opgewarmd kan worden:
aanvoerwatertemperaturen MOETEN voldoende hoger zijn dan de
kamertemperaturen (in verwarming).
#
Code
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de hoogste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
Minimum instelpunt verwarming
[2.8.1]
[9-01]
15°C~37°C
Maximum instelpunt verwarming
[2.8.2]
[9-00]
▪ [2‑0C]=0 (type afgever primaire zone =
vloerverwarming)
37°C~55°C
▪ Anders: 37°C~65°C
[2.8.3]
[9-03]
Minimum instelpunt koeling
5°C~18°C
[2.8.4]
[9-02]
Maximum instelpunt koeling
18°C~22°C
Bediening
Bepaalt hoe de werking van de unit wordt geregeld. Er zijn 3
mogelijkheden:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
68
tijdens
de
specificaties
van
de
bereiken
voor
de
aanvoerwatertemperaturen
met
de
gewenste
weersafhankelijke
te
beperken
tot
Beschrijving
#
Code
[2.9]
[C‑07]
▪ 0: Vertrekwater
▪ 1: Externe kamerthermostaat
▪ 2: Kamerthermostaat
Thermostaattype
Alleen van toepassing in externe kamerthermostaatregeling.
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. Vorstbescherming kamer is echter alleen
mogelijk wanneer [C.2] Ruimteverwarming/-koeling
INGESCHAKELD is.
#
Code
[2.A]
[C‑05]
Externe kamerthermostaattype voor de
primaire zone:
▪ 1: 1 contact: De gebruikte externe
kamerthermostaat
thermo AAN/UIT-staat sturen. Er is
geen onderscheid tussen een vraag
naar verwarming of een vraag naar
koeling.
aangesloten op slechts 1 digitale
ingang (X2M/35).
Selecteer deze waarde in het geval
van
warmtepompconvector (FWXV).
▪ 2: 2 contacten: De gebruikte externe
kamerthermostaat
verwarm-/koelthermo
kan sturen. De kamerthermostaat is
aangesloten op 2 digitale ingangen
(X2M/35 en X2M/34).
Selecteer deze waarde in het geval
van een aansluiting op een bedrade
(EKRTWA) of draadloze (EKRTR1)
kamerthermostaat
Aanvoerwatertemperatuur: Delta T
De doel-delta  T bij verwarming voor de primaire zone hangt af van
het type afgever voor de primaire zone dat hierboven werd gekozen.
Bij verwarming geeft deze instelling het temperatuurverschil aan
tussen de instelpunt van aanvoerwater en het retourwater. Bij
koeling geeft deze instelling het temperatuurverschil aan tussen de
instelpunt van retourwater en het aanvoerwater.
De unit is ontworpen om vloerverwarmingslussen te ondersteunen.
De
aanbevolen
aanvoerwatertemperatuur
vloerverwarmingslussen bedraagt 35°C. In dat geval wordt de unit
aangestuurd om een temperatuurverschil van 5°C te bekomen, wat
betekent dat de temperatuur van het retourwater naar de unit
ongeveer 30°C bedraagt. Afhankelijk van de geplaatste toepassing
(radiatoren, warmtepompconvectoren, vloerverwarmingslussen) of
de situatie kan het temperatuurverschil tussen het retourwater en het
aanvoerwater gewijzigd worden. Merk op dat de pomp haar debiet
zodanig zal regelen dat de delta  T wordt behouden. In sommige
speciale gevallen kan de gemeten delta  T verschillen van de
ingestelde waarde.
INFORMATIE
Bij het verwarmen zal de doel-delta T pas na een bepaalde
bedrijfstijd worden gehaald, wanneer het instelpunt wordt
bereikt, gezien het grote verschil tussen het instelpunt van
de aanvoerwatertemperatuur en de inlaattemperatuur bij
het opstarten.
Beschrijving
Beschrijving
kan
enkel
een
De
kamerthermostaat
is
een
aansluiting
op
de
een
gescheiden
AAN/UIT-staat
voor
EGSAH/X06+10DA9W(G)
Daikin Altherma 3 GEO
4P569820-1 – 2019.02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave