4.
Selecteer een optie voor Modus Taakopslag:
●
Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt, zodat u dit kunt
controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt.
●
Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het
bedieningspaneel van de printer. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak
privé/beveiligd maken selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet u de vereiste
pincode in het bedieningspaneel opgeven. Als u de taak beveiligt, moet u de vereiste pincode
invoeren op het bedieningspaneel.
●
Snelkopie: Het gewenste aantal exemplaren van een taak wordt afgedrukt en een exemplaar
van de taak wordt opgeslagen in het geheugen van de printer, zodat u de taak later nogmaals
kunt afdrukken.
●
Opgeslagen taak: Een taak opslaan op de printer en andere gebruikers toestaan de taak af te
drukken. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken
selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet degene die de taak afdrukt de vereiste
pincode invoeren op het bedieningspaneel. Als u de taak beveiligt, moet degene die de taak
afdrukt de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
5.
Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken, klikt u op de knop Aangepast en
voert u de gebruikersnaam of taaknaam in.
Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam:
●
Taaknaam + (1-99) gebruiken: Voeg een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam.
●
Bestaand bestand vervangen: Overschrijf de bestaande opgeslagen taak met de nieuwe taak.
6.
Klik op de knop OK om het dialoogvenster Document Properties (Documenteigenschappen) te
sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
7.
Raadpleeg het onderwerp 'Een opgeslagen taak afdrukken' voor informatie over hoe u de taak af te
drukken.
Een opgeslagen taak maken (OS X)
Sla taken op de printer op voor privé- of vertraagde afdrukken.
1.
Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.
Selecteer de printer in het menu Printer.
3.
Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de
menuvervolgkeuzelijst en klik op het menu Taakopslag.
4.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Modus het type opgeslagen taak.
●
Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt, zodat u dit kunt
controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt.
●
Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het
bedieningspaneel van de printer. Als de taak een persoonlijk identificatienummer (pincode)
heeft, moet u de vereiste pincode op het bedieningspaneel opgeven. De afdruktaak wordt na
het afdrukken uit het geheugen gewist en gaat verloren als de stroom naar de printer wordt
uitgeschakeld.
68
Hoofdstuk 4 Print (Afdrukken)