nl De Bediening in essentie
In werking stellen.
6.
Ventileer de keuken zolang het apparaat ver-
‒
warmt.
a Het kalibreren start. Hierbij ontstaat veel stoom.
a Wanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing dat de werking is beëindigd.
Laat het apparaat afkoelen en laat vervolgens de
7.
bodem van de binnenruimte goed drogen.
Reinig alle gladde oppervlakken in de binnenruimte
8.
met zeepsop en een schoonmaakdoekje reinigen
als het apparaat is afgekoeld.
8 De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in met
▶
a Op het display verschijnt het menu.
8.2 Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet nodig
heeft. Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het automatisch uit.
Schakel het apparaat uit met
▶
a Het apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
a Op het display verschijnt de tijd of de restwarmte-in-
dicatie.
8.3 In werking stellen
Elke functie moet u starten.
Start de werking met
▶
a Op het display verschijnen de instellingen.
8.4 Werking onderbreken
U kunt de werking onderbreken en weer hervatten.
Druk op
om de werking te onderbreken.
1.
Druk opnieuw op
2.
8.5 Functie instellen
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, verschijnt het
menu op het display.
1.
Om in de verschillende keuzemogelijkheden te bla-
deren, over het display vegen.
Om in het menu en andere instelmogelijkheden
‒
te bladeren, naar rechts of links vegen.
Om in keuzelijsten te bladeren, omlaag of om-
‒
hoog vegen.
Om een functie te kiezen, op de functie in het dis-
2.
play drukken.
a Al naar gelang de functie verschijnen mogelijke in-
stelwaarden of andere opties waaruit kan worden
gekozen.
Om indien nodig een instelling terug te gaan, op
3.
drukken.
4.
Om instelwaarden te wijzigen, de digitale instelring
gebruiken:
10
.
.
.
om de werking te hervatten.
Leeg de watertank en droog de binnenruimte.
9.
→ "Na elk gebruik met stoom", Pagina 12
Opmerking: Na een stroomuitval blijft de kalibratie be-
houden.
Om het apparaat na een verhuizing aan de nieuwe op-
stellingslocatie aan te passen, zet u de basisinstellin-
gen terug naar de fabrieksinstelling. Voer de kalibratie
opnieuw uit.
7.4 Accessoires reinigen
Reinig de accessoires met zeepsop en een schoon-
▶
maakdoekje.
Over de instelring vegen, al naar gelang de ge-
‒
wenste instelling rechts- of linksom.
Of op een bepaalde positie aan de instelring
‒
drukken.
5.
De instelling met
Start de werking met
6.
Wanneer de werking is beëindigd:
7.
Indien nodig kunt u verdere instellingen invoeren
‒
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met
‒
recht klaar is.
Opmerking: Uw instellingen kunt u als "Favorieten"
opslaan en opnieuw gebruiken.
8.6 Watertank vullen
Het waterreservoir bevindt zich naast de binnenruimte.
Vul het waterreservoir voordat u de stoomfunctie gaat
gebruiken.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Bij het openen van de apparaatdeur kan hete stoom
vrijkomen. Stoom is afhankelijk van de temperatuur niet
altijd zichtbaar.
Tijdens het openen niet te dicht bij het apparaat
▶
staan.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
▶
Het water in de stoomschaal is na uitschakeling nog
heet.
De stoomschaal nooit onmiddellijk na het uitschake-
▶
len van het apparaat leegmaken.
Apparaat voor het schoonmaken laten afkoelen.
▶
Bij het openen van de deur van het apparaat kan heet
water uit het apparaat lopen.
Tijdens het openen niet te dicht bij het apparaat
▶
staan.
Open de apparaatdeur voorzichtig.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
▶
Als de stoomschaal overloopt, watertank niet bijvul-
▶
len.
LET OP!
Schade aan het apparaat door gebruik van ongeschik-
te vloeistoffen.
Gebruik geen sterk chloridehoudend leidingwater (>
▶
40 mg/l) of andere vloeistoffen.
Gebruik uitsluitend vers, koud leidingwater, onthard
▶
water of mineraalwater zonder koolzuur.
bevestigen.
.
wanneer het ge-