De ISO-snelheid instellen voor foto's
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de
waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt de
ISO-snelheid automatisch ingesteld.
Raadpleeg = 588 voor meer informatie over de ISO-snelheid tijdens
movie-opnamen.
Om het beschikbare ISO-snelheidsbereik uit te breiden van L (equivalent met
o
ISO 50) tot H1 (equivalent met ISO 51200) of H2 (equivalent met ISO 102400),
moet u [ISO-snelh.bereik] aanpassen onder [ z : z ISO-snelheidsinst.]
( = 133).
1
Druk op de knop <B> (9).
Druk op de knop < B > als een beeld
z
op het scherm wordt weergegeven.
2
Selecteer de optie ISO-snelheid.
Draai aan het instelwiel < 5 > om de
z
optie ISO-snelheid te selecteren.
3
Stel de ISO-snelheid in.
Draai aan het hoofdinstelwiel < 6 > om
z
de instelling te kiezen.
De ISO-snelheid kan worden ingesteld
z
op een waarde van ISO 100 tot en met
ISO 40000, met tussenstappen van
1/3 stops.
Selecteer [AUTO] om de ISO-snelheid
z
automatisch in te stellen.
Zie = 582 voor informatie over het
z
Bereik ISO auto.
N
131