Portretfoto's maken
De modus < 2 > (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen
duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar
zachter gemaakt.
Opnamepunten
Selecteer de locatie waar de afstand tussen het onderwerp
z
en de achtergrond het grootst is.
Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond,
hoe waziger de achtergrond eruitziet. Ook steekt het onderwerp beter af
tegen een gelijkmatige, donkere achtergrond.
Gebruik een telelens.
z
Als u over een zoomlens beschikt, kunt u de telezijde gebruiken om het
onderwerp vanaf het middel beeldvullend vast te leggen.
Stel scherp op het gezicht.
z
Zorg er tijdens het scherpstellen voor dat het AF-punt op het gezicht
groen oplicht voordat u de opname maakt. Tijdens het maken van
close-ups op het gezicht kunt u [ z : Oogdetectie-AF] instellen op
[Inschakelen] om een opname te maken terwijl op de ogen van het
onderwerp is scherpgesteld.
De standaardinstelling is < i > (Continue opname met lage snelheid).
o
Als u de ontspanknop ingedrukt houdt, kunt u continue opnamen maken
om de verschillende poses en gelaatsuitdrukkingen van het onderwerp vast
te leggen.
77