Meerdere opnamen
Meerdere opnamen samenvoegen met een opname die al op
de kaart is opgeslagen
U kunt een RAW-opname die is vastgelegd op de kaart selecteren als de
eerste afzonderlijke opname. De opnamegegevens van de geselecteerde
RAW-opname blijven intact.
Alleen 1 of F beelden kunnen gebruikt worden. JPEG-opnamen
kunnen niet worden geselecteerd. Welke beelden u kunt opgeven is tevens
afhankelijk van de bevestigde lens. Zie de onderstaande tabel voor meer
informatie.
Opnamen die u kunt selecteren
z
Bevestigde
Bijgesneden
lens
RF/
EF-lens
EF-S-lens
Deze beelden kunnen niet worden geselecteerd als de eerste afzonderlijke
o
opname: opnamen gemaakt met [ z : Lichte tonen prioriteit] ingesteld
op [Inschakelen] of [Vergroot], of opnamen waarvoor [ z : z Bijsnijden/
beeldverhouding] niet is ingesteld op [Volledig] of [1,6x (bijsnijden)].
[Uitschakelen] wordt toegepast voor [ z : Lensafwijkingscorrectie] en
o
[ z : Auto Lighting Optimizer/ z : Auto optimalisatie helderheid], ongeacht de
instellingen van de opname die als eerste afzonderlijke opname is geselecteerd.
168
1
Selecteer [Select. bld voor
meerdere opn.].
2
Selecteer de eerste opname.
z
z
g
3
Maak de opname.
z
opname
Uit
RAW-opnamen vastgelegd op volle grootte
Aan
RAW-opnamen van bijgesneden opnamen of
genomen met een EF-S-lens
–
Gebruik de pijltjestoetsen < Y > en < Z >
om de eerste opname beeld te selecteren
en druk vervolgens op < 0 >.
Selecteer [OK].
Het bestandsnummer van de
geselecteerde opname wordt onder in het
scherm weergegeven.
Wanneer u de eerste opname selecteert,
wordt het aantal resterende opnamen
zoals ingesteld bij [Aantal opnames]
met 1 verlaagd.
Selecteerbare beelden