– –
Metingen V/Hz – R
SL
5.1.2 Wisselspannings- en frequentiemeting V AC en Hz
met inschakelbaar laagdoorlaatfilter
➭ Zet de parameter CL iP in het Setup-menu Stroomtang op 0FF .
Als u dat niet doet, worden alle meetwaarden in A weergege-
ven en gecorrigeerd met de gekozen overbrengingsverhouding
voor een aangesloten stroomtang.
MEASURE
1nFo
SET
...
SETUP
FUNC
1 / 10/100/1000 / 0ff
ENTER
➭ Zet de draaiknop overeenkomstig de te meten spanning resp.
de frequentie op V~ resp. Hz.
➭ Sluit de meetkabels aan zoals afgebeeld. De aansluiting „"
moet hierbij zo dicht mogelijk bij dicht bij aarde liggend poten-
tiaal liggen.
Spanningsmeting
Opmerking
in het bereik 600 V wordt u gewaarschuwd door een inter-
valsignaal als de meetwaarde de eindwaarde van het meet-
bereik overschrijdt.
Overtuig u er van dat er geen stroommeetbereik („A") is ingescha-
keld als u uw multimeter voor het meten van de spanning aan-
sluit!Als de uitschakelgrenswaarden van de zekeringen bij ver-
keerde bediening worden overschreden, dan bestaat er gevaar
voor u en voor uw apparaat!
➭ U kunt heen en weer schakelen tussen spanningsmeting zon-
der en met laagdoorlaatfilter.
➭ Blijf op de multifunctionele knop FUNC | ENTER drukken, totdat
de eenheid V resp. V/Fil op het display verschijnt.
28
– Temp –
– m – M
– A/Hz
ISO
FUNC
rAtE
CL IP
...
ENTER
FUNC
ENTER
Frequentiemeting
➭ Leg de meetgrootheid aan zoals bij de spanningsmeting.
➭ Kies handmatig het meetbereik voor de spanningsamplitude.
Bij het overschakelen op frequentiemeting blijft het eerder inge-
stelde spanningsmeetbereik behouden.
➭ U kunt heen en weer schakelen tussen frequentiemeting zon-
der en met laagdoorlaatfilter.
Blijf op de multifunctionele knop FUNC | ENTER drukken, totdat
de eenheid Hz resp. Hz/Fil op het display verschijnt.
De laagste meetbare frequenties en de maximaal geoorloofde
spanningen vindt u in hoofdst. 8 „Technische gegevens".
Meten met laagdoorlaatfilter
!
Let op!
Houd er rekening mee dat gevaarlijke spanningspieken bij
deze meting niet zichtbaar zijn, zie ook Spanningscompara-
tor.
Wij raden u aan de spanning allereerst zonder laagdoorlaat-
filter te meten om mogelijke gevaarlijke spanningen te her-
kennen.
Desgewenst kan er een 200 Hz-laagdoorlaatfilter mee worden in-
geschakeld om bij metingen bijv. aan kabels capacitief ingekop-
pelde hoogfrequente impulsen > 200 Hz uit te filteren d.w.z. on-
gewenste spanningen boven de 200 Hz onzichtbaar te maken.
Het op dat moment ingeschakelde laagdoorlaatfilter wordt aange-
geven door het in beeld brengen van Fil. De multimeter schakelt
automatisch over naar de handmatige meetbereikskeuze.
GMC-I Messtechnik GmbH