– –
Metingen V/Hz – R
SL
5.6 Diodentest
met constante stroom 2 mA
➭ Koppel de stroomtoevoer van de stroomkring van het te meten
apparaat af en ontlaad alle hoogspanningscondensatoren.
➭ Overtuig u er van dat het meetobject spanningsvrij is. Stoor-
spanningen vervalsen het meetresultaat!
De spanningsvrijheid controleren met behulp van de gelijks-
panningsmeting, zie hoofdst. 5.1.1.
➭ Zet de draaiknop op „R
SL
➭ Druk op de knop FUNC | ENTER totdat het diodensymbool op
het display verschijnt.
➭ Sluit het testobject aan zoals afgebeeld.
Doorlaatrichting resp. kortsluiting
Het meetapparaat geeft de doorlaatspanning in Volt aan
(weergave: 4 posities). Zolang de spanningsafval de max. weer-
gavewaarde van 5,1 V niet overschrijdt, kunt u ook meer in serie
geschakelde elementen of referentiediodes met een kleine refe-
rentiespanning en Z-diodes controleren.
Sperrichting of onderbreking
Het meetapparaat geeft overloop .0L aan.
Opmerking
Parallel met de diode lopende weerstanden en halfgeleider-
trajecten vervalsen het meetresultaat!
36
– Temp –
– m – M
ISO
" resp. „
".
– A/Hz
R
SL
0 V !
0.654
Doorstroomrichting
000.8
FUNC
ENTER
0.443
!
a
b
V
Temp
Meetbereik:
+
tot 5,100 V
0.L
Sperrichting
GMC-I Messtechnik GmbH
DC
V
E
COM
mA A
–