Control Panels
20.3
Menu [3] Diagnose
Gebruik het menu Diagnose om de beschikbare diagnose-informatie te bekijken.
20.3.1
[1] Draadloos
De diagnose-informatie voor het draadloze systeem wordt voor het gemak weergegeven in
twee verschillende menu's. Zie Menu [3] RF-diagnose > [1] RF-zones, pagina 133 en Menu [3]
RF-diagnose > [2] Menu RF-zones, pagina 134.
20.3.2
Menu [2] Netwerk
Gebruik het menu Netwerk om informatie weer te geven over de netwerkverbinding van de
inbraakcentrale.
Settings
1.
2.
3.
Connection
1.
2.
3.
20.3.3
Menu [3] Mobiel
Met behulp van een bedieningspaneel en dit menu kunt u bepaalde diagnostische informatie
van mobiele modules opvragen.
Cellular (diagnose)
1.
2.
3.
Bosch Security Systems B.V.
Voer de installateurscode in en open vervolgens het [1] Installer Menu.
Ga naar [3] Diagnostics Menu > [2] Network > (kies de bus- of ingebouwde module) >
[1] Settings. Op het bedieningspaneel worden de volgende subcategorieën met
bijbehorende programmering weergegeven: Host Name:, IPv4 Source IP:, IPv6 Source
IP:, MAC Addr:. (Gebruik zo nodig
Als u de informatie hebt bekeken, kunt u het menu afsluiten.
Voer de installateurscode in en open vervolgens het [1] Installer Menu.
Ga naar [3] Diagnostics Menu > [2] Network > (kies de bus- of ingebouwde module) >
[2] Connection. Op het bedieningspaneel worden de volgende subcategorieën met de
bijbehorende verbindingsstatus weergegeven: Koppeling, IP Address, DNS, LAN, WAN.
(Gebruik zo nodig
/Next om door de gegevens te bladeren.)
Als u de informatie hebt bekeken, kunt u het menu afsluiten.
Voer de installateurscode in en open vervolgens het [1] Installer Menu.
Ga naar [3] Diagnostics Menu > [3] Cellular > (kies de mobiele SDI2-module of
insteekmodule). Op het bedieningspaneel worden de volgende subcategorieën met
bijbehorende diagnostische informatie weergegeven. (Gebruik zo nodig
de gegevens te bladeren.)
– Koppeling (Ja of Nee. 'Ja' geeft een gegevensverbinding met de provider aan. 'Nee'
geeft aan dat er een probleem is met de verbinding.)
– IPv4 IP (het IP-adres van de mobiele radio op het netwerk van de provider)
– Basis-ID
– Signaal (signaalsterkte = onaanvaardbaar, gering, goed of zeer goed)
– Signaal (in dBs)
– Tel.nr. (indien ter beschikking gesteld door de provider)
– ESN (het elektronische serienummer van de mobiele radio)
– Model (het model van de mobiele radio)
– Versie (de versie van de mobiele radio)
Als u de informatie hebt bekeken, kunt u het menu afsluiten.
Installateursmenu van het bedieningspaneel | nl 135
/Next om door de gegevens te bladeren.)
Installatiehandleiding
/Next om door
2020-01 | 19 | F.01U.368.344