2) Controleer het aanliggen van alle vier voetstukken van de wisselaandrijving.
Voer, indien nodig, de fijne afstelling uit met behulp van de afstelschroeven
zodanig, dat de kast bij het aandraaien van de ankerschroeven niet verdraaid
kan worden.
3) Controleer de hoogte-instelling van de wisselaandrijving in de grondkast. De
bovenvlakken van het deksel moeten zich ongeveer 5 mm onder de
contactvlakken van de deksels van de kast bevinden.
4) Plaats sluitringen op schroeven M20 en schroef er moeren op. Moeren
aandraaien.
5.3 Plaatsing van de controlestangen
WAARSCHUWING: De bevestiging van de koppen
van de steller- en controlestangen aan de tongen
moet uitgevoerd worden voor een concreet wissel
volgens de aanwijzingen van de producent. De
uitvoering van de stangen verschilt volgens het type
van de aandrijving en de wijze van de bevestiging van
de stangen.
TSH 100 LC
Servicehandleiding
pagina
14 van 98
24.8.2009