5.6 Verbinding van de controlestangen met de
wisselaandrijving
WAARSCHUWING:
Verbind de stangen voor een concreet wissel volgens de aanwijzingen van de
producent. De wijze van de verbinding van de stangen met de wisselaandrijving
kan verschillen afhankelijk van de spoorbreedte.
01
De verbinding van de controlestang met de
aandrijving wordt uitgevoerd met behulp van
verbindingsstangen.
02
De glijder van de controlestang aan de kant van
de aanliggende tong wordt zodanig ingesteld,
dat het schootje zich ten opzichte van de
grendel ongeveer in dezelfde positie bevindt als
de klink van de stellerstang.
03
Voer in deze positie de verbinding van de
controlestang uit.
LET OP! Let hierbij erop, dat de
afstelschroef niet draait en hierdoor de
vooraf ingestelde lengte van de stang
niet wijzigt. De schroef kan met behulp
van een sleutel (OK 27) worden
vastgehouden.
04
Voer na omzetting de handeling ook uit aan de andere kant. Beide verbindingsstukken
moeten goed aangedraaid worden.
TSH 100 LC
Servicehandleiding
pagina
20 van 98
24.8.2009
Verbindingsstuk