5. Originelen scannen
2.
Druk op de toets [Home].
3.
Druk op het pictogram [Scanner] op het Home-scherm.
4.
Druk op [Adresboek].
5.
Selecteer de gewenste bestemming en druk vervolgens op [OK].
Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch
worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt
geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen via het bedieningspaneel wijzigen. Voor
scaninstellingen, zie Pag. 178 "Scaninstellingen opgeven voor het scannen".
6.
Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten].
Om in zwart-wit te scannen, drukt u op de toets [Zwart-wit starten].
Om in kleur te scannen, drukt u op de toets [Kleur starten].
Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, ziet u het volgende scherm op het display
wanneer u vanaf de glasplaat scant.
Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap.
7.
Als u meer originelen wilt scannen, plaats dan het volgende origineel op de glasplaat en
druk op [Ja]. Herhaal deze stap totdat alle originelen zijn gescand.
8.
Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Nee] om te beginnen met het versturen van
het gescande bestand.
Het scannen begint en de gescande documenten worden in een gedeelde map opgeslagen.
142
DUE302
DUE312