Instellingen voor faxbestemmingen
Item
Snelkeuzenummer /
Verkort kiesnummer
Naam
Faxnummer
E-mailadres
• Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en
spatie.
• Voer indien nodig een pauze in het faxnummer in. Het apparaat pauzeert kort voordat het de
cijfers na de pauze kiest. U kunt de pauzetijd bepalen via de instelling [Pauzetijd] onder
[Verzend.instelling]. Voor meer informatie over [Pauzetijd], zie Pag. 239 "Instellingen van
faxeigenschappen".
• Voor meer informatie over Web Image Monitor, zie Pag. 281 "Het apparaat configureren met
hulpprogramma's".
Instelling
Selecteer het nummer waaraan u een
Vereist
snelkeuzebestemming of een verkorte bestemming wilt
toewijzen.
Naam van de bestemming. De naam die u hier
Optioneel
opgeeft, wordt weergegeven op het scherm als u een
faxbestemming selecteert. Kan tot 20 tekens bevatten.
Faxnummer van de bestemming. Kan tot 40 tekens
bevatten.
Als het apparaat via een PBX op het telefoonnetwerk is
aangesloten, dient u ervoor te zorgen dat het externe
Vereist
lijntoegangsnummer is opgegeven in [PBX-
toegangsnummer] voor het faxnummer. Voor meer
informatie over [PBX-toegangsnummer], zie Pag. 265
"Instellingen van Beheerderstoepassingen".
E-mailadres van de bestemming van de internetfax.
Kan tot 64 tekens bevatten.
Optioneel
Deze instelling wordt alleen weergegeven voor SP
C261SFNw/SP C262SFNw.
Registreren faxbestemmingen
Beschrijving
191