2 | Veiligheid
2.8
Bij het installeren, in bedrijf stellen, onderhouden en repareren dienen de
hieronder vermelde voorschriften en richtlijnen in aanmerking te worden
genomen:
WAARSCHUWING
– Het opstellen, installeren en in bedrijf stellen van de warmtepompinstallatie dient
door een gekwalificeerde installateur met inachtneming van de desbetreffende
rechtsgeldige wettelijke voorschriften, verordeningen, richtlijnen en de montage-
handleiding te worden uitgevoerd.
– De warmtepomp mag tijdens het transport maximaal 45°schuin staan.
– Onderdelen en leidingwerk van het koelcircuit, het verwarmingscircuit en de warmte-
bronnenzijde mogen in geen enkel geval voor transportdoeleinden (bijv. als aanslag-
punt) worden gebruikt.
– De warmtepomp mag uitsluitend met buitenlucht als warmtebron worden ingezet. De
luchtopeningen mogen niet worden vernauwd of dichtgemaakt.
– Om veiligheidstechnische redenen mag de voedingsspanning van de warmtepomp
en de regeling ook buiten het stookseizoen niet worden onderbroken.
Reden daartoe: ontbrekende bewaking van de druk in het verwarmingscircuit, geen
vorstbeveiliging, geen pompvastloopbeveiliging!
– Het toestel mag uitsluitend door een gekwalificeerde installateur worden geopend.
Vóór het openen van het toestel moeten alle stroomkringen spanningsloos gescha-
keld zijn Voorzorgsmaatregelen treffen, welke onbedoeld aanlopen van de ventilator
voorkomen. Het starten van de ventilator wanneer de buitenunit geopend is, kan ern-
stig letsel tot gevolg hebben. De installatie moet meerpolig spanningsvrij worden ge-
schakeld en tegen opnieuw inschakelen worden beveiligd!
– Werkzaamheden aan het koelcircuit mogen uitsluitend door een gekwalificeerde in-
stallateur worden uitgevoerd.
– Toesteloppervlakken nooit met schuurmiddelen, zuur- of chloorhoudende schoon-
maakmiddelen behandelen.
– De warmtepomp dient bij de opstelling stevig op zijn plaats te worden geïnstalleerd
zodat de pomp eenmaal in bedrijf niet kan verschuiven of glijden.
– De buitenunit mag alleen in open lucht worden opgesteld.
– Beschadigde elementen mogen enkel door originele WOLF-reserveonderdelen ver-
vangen worden.
– De voorgeschreven zekeringswaarden moeten in acht worden genomen (zie Techni-
sche gegevens).
– Als technische wijzigingen worden aangebracht aan WOLF-regelingen, kunnen we
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daardoor ontstaat.
– Gevaar voor waterschaden en functiestoringen door bevriezen! Bij ingeschakelde
warmtepomp is automatisch de vorstbeveiliging geactiveerd!
12 | WOLF GmbH
FHA-Center
9148329 | 202207