Inhoudsopgave
Advertenties
9.1. Checklist voorafgaand aan gebruik
VFD is geconfigureerd volgens de motorvereiste.
Sluit het veiligheidsdeksel goed en controleer of alle ka-
belwartels goed vastzitten.
Zorg ervoor dat de ingangsstroom naar het apparaat
is uitgeschakeld en vergrendeld. Vertrouw niet op de
scheidingsschakelaars van de omvormer voor isolatie van
de ingangsstroom.
Controleer of er geen spanning staat op de ingangsk-
lemmen L1 (91), L2 (92) en L3 (93), fase-naar-fase en fase-
naar-aarde.
Controleer of er geen spanning staat op uitgangsklem-
men 96 (U), 97 (V) en 98 (W), fase-naar-fase en fase-naar-
aarde.
Bevestig de continuïteit van de motor door Ω-waarden te
meten op U–V (96–97), V–W (97–98) en W–U (98–96).
Controleer de juiste aarding van de omvormer en de motor.
Inspecteer de omvormer op losse verbindingen op de
klemmen.
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de
spanning van de omvormer en de motor.
9.2. Persoonlijke menu-instellingen
Parame-
Beschrijving
ter
001
Taal
021
Displayregel 1.2 Klein
Unit voor door de gebruiker
030
gedefinieerde uitlezing
Min. waarde van door gebruiker
031
gedefinieerde uitlezing
Max. waarde van door gebruiker
032
gedefinieerde uitlezing
040
Hand op toets op LCP
042
Auto On-toets op LCP
050
LCP-kopie
Toegang tot persoonlijke menu's
066
zonder wachtwoord
070
Datum en tijd
071
Datumindeling
072
Tijdindeling
416
Koppelbegrenzing motormodus
420
Bron koppellimietfactor
501
Klem 27-modus
502
Klem 29-modus
512
Klem 27 digitale ingang
513
Klem 29 digitale ingang
515
Klem 33 Digitale invoer
530
Digitale uitgangsterm 27
531
Digitale uitgangsterm 29
Pagina 24 van 44
9. BEDIENING
Spoel de pomp altijd door met een oplosmiddel dat
compatibel is met het materiaal dat wordt gepompt,
indien het materiaal dat wordt verpompt moet worden
'ingesteld' als de pomp gedurende een bepaalde tijd niet
is gebruikt.
Het volume van het uitlaatmateriaal wordt niet alleen
bepaald door de Vloeistofdruk, maar ook door de mate-
riaaltoevoer bij de inlaat. De materiaaltoevoerslang mag
niet te klein of beperkend zijn. Gebruik geen slang die
zou kunnen instorten.
Zet de pomppoten vast en schroef ze vast op een ges-
chikte ondergrond (betonnen vloer) om beschadiging
door trillingen te voorkomen.
Als deze pomp langdurig op lage snelheid wordt gebrui-
kt, zorg er dan voor dat er voldoende ventilatie rond de
motor is om deze efficiënt te koelen.
Stel de gewenste frequentie in op de VFD.
Druk op de start (run)-knop op de VFD.
Functie
Selecteer de weergavetaal.
Selecteer een variabele voor weergave op het hoofdmenuscherm, bovenste middelste positie -
Motorstroom standaard.
Selecteer de gewenste unit voor Uitlezing op maat.
Stel de Aangepaste uitlezingswaarde in die overeenkomt met nulsnelheid.
Stel de Aangepaste uitlezingswaarde in die overeenkomt met de Hoge limiet van de motorsnelheid.
Selecteer Uitgeschakeld [0] om te voorkomen dat de aandrijving per ongeluk wordt gestart in de
handmatige modus. Selecteer Wachtwoord [2] om onbevoegd starten in Handmatige modus te
voorkomen.
Selecteer Uitgeschakeld [0] om te voorkomen dat de aandrijving per ongeluk wordt gestart in de
Automatische modus. Selecteer Wachtwoord [2] om onbevoegd starten in de Automatische modus
te voorkomen.
Kopieer parameters van en naar het LCP. Gekopieerde parameters kunnen worden gebruikt om
instellingen van de ene frequentieomvormer naar de andere over te dragen.
Het persoonlijke menu is standaard ingesteld op Volledige toegang [0]. Selecteer alleen lezen om
het persoonlijke menuwachtwoord in te schakelen. Standaardwachtwoord is 1397.
Stel de datum en tijd van de interne klok in.
Stel de datumindeling in.
Stel de tijdindeling in.
Het limietpercentage van het motorkoppel kan worden ingesteld tussen 0-100% om de uitvoer van
de vloeistofdruk van de pomp te regelen. Overschrijd de 100% niet!
Selecteer [6] Analoog in 54 om de limieten die zijn ingesteld in parameter 416 te schalen van 0% tot
100% via analoge besturing.
Definieer klem 27 als digitale ingang of uitgang. Standaard ingesteld op invoer.
Definieer klem 29 als digitale ingang of uitgang. Standaard ingesteld op invoer.
Selecteer de functie uit het beschikbare digitale ingangsbereik. Het wordt aanbevolen om T27 in te
stellen op [8] Start voor gebruik met analoge besturingsmethoden.
Selecteer de functie uit het beschikbare digitale ingangsbereik. Het wordt aanbevolen om T27 in te
stellen op [1] Reset voor gebruik met analoge besturingsmethoden.
Selecteer de functie uit het beschikbare digitale ingangsbereik
Selecteer de functie uit het beschikbare digitale uitgangsbereik. Selecteer [55] om de pulsuitgang te
bepalen met parameter 560.
Selecteer de functie uit het beschikbare digitale uitgangsbereik. Selecteer [55] om de pulsuitgang te
bepalen met parameter 563.
EP20-XXXXX-XXX-XXX (nl)
Advertenties
Inhoudsopgave
