2
Pas de documentgeleiders aan de breedte van de kaart
aan.
3
Plaats de kaart horizontaal, met de achterzijde naar u toe
gericht en de bovenzijde van de kaart naar beneden
gericht.
LET OP
• Plaats de kaarten één voor één.
• Bij het scannen van kaarten dient u ze horizontaal in te voeren. Als
u kaarten verticaal invoert, worden ze mogelijk niet correct
uitgevoerd. Kaarten die in de scanner vastlopen, raken mogelijk
beschadigd wanneer u ze verwijdert.
• Schakel bij het scannen van kaarten het selectievakje [Ultrasoon
detecteren] uit op het tabblad [Foutdetectie] van het scherm met
instellingen voor het scannerstuurprogramma.
U kunt maximaal 3 kaarten tegelijkertijd in de scanner plaatsen, als
ze geen reliëf hebben. In dat geval dient u de invoerselectiehendel in
te stellen op normale modus voordat u gaat scannen.
Gevouwen documenten plaatsen
Met de functie Folio kunt u documenten scannen die groter zijn dan
A4 en daardoor niet in de invoerlade passen. Als u deze functie wilt
gebruiken, vouwt u het document middendoor in lengterichting en
plaatst u het in de invoerlade. De scanner scant beide zijden en
combineert de scans tot één enkele afbeelding.
1
2
(Zie pag. 34)
27
Wenk
Open het instellingenscherm van het
scannerstuurprogramma.
Stel [Paginaformaat] op het tabblad [Basis] in op een
formaat dat de helft is van het papier dat u gaat scannen
en stel [Te scannen zijde] in op [Folio].
Wanneer u bijvoorbeeld een A3-document gevouwen wilt
scannen, stelt u [Paginaformaat] in op [A4].
(Zie pag. 60)