Het apparaat inschakelen
U kunt de scanner in- en uitschakelen met de aan/uittoets op de
voorkant van de scanner.
1
Zorg ervoor dat de computer en scanner correct op elkaar
zijn aangesloten.
2
Druk op de aan/uittoets.
Het aan/uitlampje brandt blauw wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld.
Wenk
Wanneer verbonden via USB, verschijnt een ballonbericht zoals
hieronder weergegeven op de taakbalk. Als u een tijdje wacht, wordt
de automatische herkenning van de scanner beëindigd en is de
scanner klaar voor gebruik.
Aan/uittoets
Wanneer de scanner correct is aangesloten op de computer,
verschijnt het pictogram
hieronder.
Als het taakbalkpictogram eruit ziet als
aangesloten op de computer. Controleer de status van de aan/uittoets
en de USB-kabel.
Het apparaat uitschakelen
Houd de aan/uittoets ingedrukt tot de indicator dooft.
ATTENTIE
• Wacht na het uitschakelen altijd minstens 10 seconden voordat u
de scanner weer inschakelt.
• Als de scanner langere tijd niet wordt gebruikt, trek dan om
veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact.
Wenk
De automatische uitschakelfunctie van de scanner is standaard
ingeschakeld en de scanner schakelt automatisch uit als hij vier uur
lang niet wordt gebruikt.
Voor informatie over hoe u deze instelling uitschakelt,
van het instellingenmenu's" op pag.
9
(CaptureOnTouch) in de taakbalk zoals
, is de scanner niet goed
zie "Bediening
37.