g) Gebruikerscodes/transponderkaarten voor uitgang #1 -
programmeercode 10
Er zijn in totaal 1000 geheugenplaatsen beschikbaar voor gebruikerscodes en/of
transponderkaarten voor uitgang #1.
Wij raden aan om een tabel aan te maken en alle toegangsgegevens nauwkeurig
vast te leggen (gebruikers-ID, gebruikerscode, gebruikersnaam, schakelproces voor
uitgang #1). Alleen op deze manier krijgt u een overzicht van wie er op het codeslot is
aangemeld en wat de betreffende gebruiker mag doen.
Bovendien is het daarmee erg eenvoudig om een gebruiker en de bijbehorende
gebruikerscode weer te wissen.
Gebruikerscode/Transponderkaart opslaan:
• Het codeslot moet in de programmeermodus staan, zie hoofdstuk 14. b).
• Algemene invoer voor het programmeren van gebruikerscodes en/of transponderkaarten:
Program-
meercode
• Programmeercode 10
• Modus (Bedrijfsmodus, zie hoofdstuk 12. b):
Alleen transponderkaart
Alleen gebruikerscode
Transponderkaart + secundaire gebruikerscode
Transponderkaart + algemene gebruikerscode
Verwijderen van een transponderkaart/gebruikerscode van de geselecteerde gebruikers-ID
De secundaire gebruikerscode kan een individuele code zijn, zowel voor een
transponderkaart als voor meerdere transponderkaarten. Zo is het bijvoorbeeld
mogelijk om voor elke medewerker van een afdeling een individuele transponderkaart
en dezelfde secundaire gebruikerscode te gebruiken.
De algemene gebruikerscode geldt voor alle transponderkaarten. Deze moet eerst
apart worden geprogrammeerd (zie hoofdstuk 14. f).
• Gebruikers-ID:
-
28
Mode
Gebruikers-ID
-
1000 gebruikers-ID's voor gebruikerscodes en/of
Transponderkaarten voor uitgang #1
Kaart/gebruikerscode Beves-
-
gebruikerscode invoeren
Kaart inlezen/
tigen