n) Signaaltonen tijdens normaal bedrijf - programmeercode 71
In de standaardmodus laat het codeslot elke keer dat er een toets wordt ingedrukt een kort
geluidssignaal horen, wanneer er bijvoorbeeld een gebruikerscode wordt ingevoerd. Bij
verkeerde invoer van de code of de transponderkaart, klinken er ook 5 korte signaaltonen.
Normaal gesproken geven deze geluidssignalen aan dat er een toets is ingedrukt (of
5 korte tonen die aangeven dat er een verkeerde code is ingevoerd).
Deze geluiden kunnen zeer storend werken (met name 's nachts of als het codeslot door veel
mensen wordt gebruikt).
Signaaltonen die worden afgegeven vanwege een waarschuwing en de signaaltoon
die gedurende 1 minuut na het aansluiten van de stroomvoorziening klinkt, behoren
niet tot de signaaltonen tijdens normaal bedrijf en kunnen niet worden uitgeschakeld.
In de programmeermodus zijn de geluidssignalen als er een toets wordt ingedrukt om
veiligheidsredenen altijd geactiveerd.
Geluidssignalen tijdens normaal bedrijf in- of uitschakelen:
• Het codeslot moet in de programmeermodus staan, zie hoofdstuk 14. b).
• Algemene invoer voor programmering:
Programmeercode
• Programmeercode 71
• Modus selectie:
Geen geluidssignalen
Een kort geluidssignaal als er een toets wordt ingedrukt of 5 korte geluidssignalen als
er een verkeerde code wordt ingevoerd (standaardinstelling)
• Bevestiging:
Bevestig de invoer met de toets
Het codeslot geeft twee pieptonen en de middelste LED knippert 2x kort oranje. De
programmering is opgeslagen.
• Als u klaar bent met programmeren, verlaat u de programmeermodus met de knoppen
Modus selectie
of
.
Bevestiging
.
45