Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Startproblemen - Automatische Ontsteking Kalibreren, Startvermogen Branderventilatie En Gashoeveelheid Instellen - Daikin GCU compact Series Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

9
Stroomdruk controleren. De stroomdruk van de gasinvoer mag
niet ver onder de rustdruk minus het drukverlies in de gasaan-
sluitingsslang (zie
Tab.
12-9) dalen. Bij te lage stroomdruk gaat
het brandervermogen achteruit.
10 Als de waarden voor het rookgas niet meer veranderen (ten
vroegste 2 min na het opstarten van de brander) CO
O
-gehalte meten. Meetwaarden vergelijken met de aangegeven
2
instelwaarden (zie
Hfst.
7.3.1).
▪ Liggen de O
/CO
-concentraties binnen de toegestane waar-
2
2
den:
geen verdere maatregelen vereist.
▪ Liggen de O
/CO
-concentraties buiten de toegestane waarde:
2
2
100%-kalibratie uitvoeren en [Verlaging Io-basis] zo instellen,
dat het instelbereik wordt bereikt, zie
herhalen.
11 In het programma [Emissiemeting] de instelling [Basisbelas-
ting]selecteren, echter niet bevestigen.
12 Als de waarden voor het rookgas niet meer veranderen (ten
vroegste 2 min na het opstarten van de brander) CO
O
-gehalte meten. Meetwaarden vergelijken met de aangegeven
2
instelwaarden (zie
Hfst.
7.3.1).
▪ Liggen de O
/CO
-concentraties binnen de toegestane waar-
2
2
den:
geen verdere maatregelen vereist.
▪ Liggen de O
/CO
-concentraties buiten de toegestane waarde:
2
2
100%-kalibratie uitvoeren en [Verlaging Io-basis] zo instellen,
dat het instelbereik wordt bereikt, zie
herhalen.
Wijziging instelling aardgas naar vloeibaar gas
1
Instelschroef gas-/lucht-mengsel
zetten.
2
Gassoort in de regeling RoCon BF als volgt wijzigen:
▪ Draaischakelaar op stand "Configuratie"
Overzicht wordt weergegeven.
▪ Met de draaiknop het niveau "Lambda-Gx" selecteren.
Overzicht wordt weergegeven.
▪ Met de draaiknop de parameter [Gassoort] selecteren en be-
vestigen.
▪ Met de draaiknop de waarde [Vloeibaar gas] selecteren.
▪ Wijziging bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
Wijziging werd aanvaard. Terug naar het vorige scherm.
3
De vermogenswijziging op het instellingstypeplaatje en in het ge-
bruikshandboek vermelden en met handtekening bevestigen.
4
Apparaatsticker voor gasomstelling op het huis van de brander
plakken.
5
Inbedrijfstelling conform
Hfst. 5.1.3
men
Hfst.
7.3.4.
Verdere toelichtingen en mogelijke instelwaarden voor deze parame-
ters staan in de gebruikshandleiding "Regeling RoCon BF".
Wijziging instelling vloeibaar gas naar aardgas
1
Instelschroef gas-/lucht-mengsel
zetten.
Gas Combi Unit
Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler
008.1543899_02 – 04/2019 – NL
-gehalte en
2
Hfst. 7.3.4
en de meting
-gehalte en
2
Hfst. 7.3.4
en de meting
(Afb.
4-43, pos. 3.1) op stand 2
.
uitvoeren. Zie bij startproble-
(Afb.
4-43, pos. 3.1) op stand 1
7
Verwarmingscel met gasbrander
2
Gassoort in de regeling RoCon BF als volgt wijzigen:
▪ Draaischakelaar op stand "Configuratie"
Overzicht wordt weergegeven.
▪ Met de draaiknop het niveau "Lambda-Gx" selecteren.
Overzicht wordt weergegeven.
▪ Met de draaiknop de parameter [Gassoort] selecteren en be-
vestigen.
▪ Met de draaiknop de waarde Aardgas selecteren.
▪ Wijziging bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
Wijziging werd aanvaard. Terug naar het vorige scherm.
3
De vermogenswijziging op het instellingstypeplaatje en in het ge-
bruikshandboek vermelden en met handtekening bevestigen.
4
Apparaatsticker voor gasomstelling op het huis van de brander
plakken.
5
Inbedrijfstelling conform
Hfst. 5.1.3
men
Hfst.
7.3.4.
Verdere toelichtingen en mogelijke instelwaarden voor deze parame-
ters staan in de gebruikshandleiding "Regeling RoCon BF".
7.3.4
Startproblemen - automatische ontsteking
kalibreren, startvermogen
branderventilatie en gashoeveelheid
instellen
INFORMATIE
Bij startproblemen kan het startvermogen van de brander-
ventilatie door de verwarmingsdeskundige gewijzigd wor-
den en de automatische ontsteking automatisch opnieuw
gekalibreerd worden.
Verdere toelichtingen en mogelijke instelwaarden staan in
de gebruikshandleiding "Regeling RoCon BF". Deze is in-
begrepen bij de levering.
Normaal gesproken kan er met het af fabriek ingestelde startvermo-
gen een probleemloze en rustige branderstart gerealiseerd worden.
Het startvermogen van de branderventilatie is af fabriek ingesteld.
Mocht bij het starten een opvallende knal of fluitgeluid optreden, of
regelmatig meerdere startpogingen nodig zijn, dan kan dit worden
verholpen door een lichte wijziging van het startvermogen.
▪ Bij knalvorming: startvermogen of gashoeveelheid reduceren.
▪ Bij startmoeilijkheden als fluiten van de brander of vlammenvor-
ming: startvermogen of gashoeveelheid opvoeren.
Wij adviseren voor het verhelpen van algemene startproblemen de
volgende aanpak:
Kalibratie van de automatische ontsteking
VOORZICHTIG
De automatische ontsteking is zo geprogrammeerd dat er
rekening gehouden is met een veroudering van de onder-
delen. Een 100%-kalibratie van de automatische ontste-
king ondanks de nalevingen van de instelwaarden voor
rookgas
(Tab. 5-1
t/m
Tab.
hierop hebben.
▪ De kalibratie van de automatische ontsteking mag alleen
uitgevoerd worden als de instelwaarden voor het rook-
gas niet aangehouden worden of er een mechanische
wijziging bijv. door vervanging van onderdelen door ori-
ginele onderdelen is uitgevoerd.
1
GCU compact uit- en weer inschakelen.
2
Draaischakelaar op stand "Configuratie"
è Overzicht wordt weergegeven.
.
uitvoeren. Zie bij startproble-
5-4) kan een nadelige invloed
.
Installatie- en gebruikshandleiding
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave