HET VOERTUIG VERVOEREN
8. Zorg ervoor dat het voertuig in
NEUTRAAL (N) staat.
9. Bind de voorwielen vast met één
van de onderstaande methodes.
rmo2008-001-069_a
BEVESTIGING VAN DE VOORWIELEN —
TYPISCHMETHODE 1
1.
Riem rond de velg van ieder voorwiel
en bevestigd aan de voorkant van de
oplegger
rmo2008-001-073_a
BEVESTIGING VAN DE VOORWIELEN —
TYPISCHMETHODE 2
1.
Riem rond ieder wiel en bevestigd aan
de voor- en achterkant van de oplegger
10. Voer alleen een bevestigingsriem
door de binnenkant van de velg
van het achterwiel. De bevesti-
gingsriem niet door het achterste
kettingtandwiel voeren.
MERK OP
De bevestigingsriem door
het achterste kettingtandwiel voeren
186
kan leiden tot zware schade aan de
aandrijving.
rmo2008-001-067_a
BEVESTIGING VAN HET ACHTERWIEL -
TYPISCH
1.
Bevestigingsriem
2.
UITSLUITEND door de velg van het ach-
terwiel.
11. Bevestig de bevestigingsriem van
het achterwiel met een ratelsleutel
stevig vast aan de achterkant van
de oplegger.
12. Zorg ervoor dat de voor- en ach-
terwielen stevig bevestigd zijn op
de oplegger.
rmo2008-001-072_a
TYPISCH - VOERTUIG NAAR SLEEPVOER-
TUIG GERICHT
1.
Voor- en achterwielen stevig bevestigd
op de oplegger.