NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
tuig te draaien zult u er meer kracht op
moeten zetten dan op een motorfiets.
Stoppen in een bocht gaat dan weer
gemakkelijker dan op een motorfiets.
Tips voor extra oefeningen
- Als draaien in één richting vlot gaat,
probeer dan in de omgekeerde
richting rond het parcours te rijden.
Let op dat u niet ongewild meer gas
bijgeeft terwijl u links draait.
- Stop midden in de bocht om te zien
wat gebeurt als u remt in een bocht
of in een draai.
7) Snel stoppen
Doel
- Vertrouwd raken met het remver-
mogen van het voertuig.
- Leer de maximale remkracht toe-
passen.
Aanwijzingen
Deze oefening lijkt op de vorige oefe-
ningen, maar u gaat harder en harder
remmen tot u zo hard mogelijk remt.
- Start aan één kant van de rechte
lijn en versnel tot 8 km/h (5 mi/h).
- Een beetje verder op de rechte lijn,
laat u de gas volledig los en remt
bruusk en fors.
- Houd het hoofd rechtop, de ogen
vooruit en het stuur recht.
- Herhaal deze oefening, voer gelei-
delijk uw snelheid en remkracht op.
88
rmo2008-001-046_f
1.
2.
Tips voor extra oefeningen
- Oefen het u in de spiegels kijken
8) Slalom
Doel
- Ervaring opbouwen in de besturing
Aanwijzingen
6 m (20 ft) Slalom
1. Slalom tussen de
2. Hel in iedere bocht over en draai
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
2
Start
Stop
voordat u hard remt.
van het voertuig en de rijhouding.
bakens/kruispunten van de
parkeerplaatsen door. Geef geen
gas, blijf in de frictiezone.
het stuur in de gewenste rijrichting
door aan de handgrepen te trek-
ken en te duwen.
1
2