RGS3000
6.7. Temperatuur meting
Op de besturing kan een temperatuurvoeler aangesloten. Deze kan worden gekoppeld aan een
"geleidendheidmeetcel" ten behoeve van een temperatuurcompensatie van de gemeten
geleidendheidswaarde (zie § 6.6.2 "Temperatuur" op blz. 21).
Attentie :
De temperatuurvoeler dient van het type PT1000 te zijn.
6.7.1. Temperatuur instellen
De temperatuur voeler kan alleen worden gekoppeld aan de temperatuuringang TM1.
De temperatuurvoeler dient van het type PT1000 te zijn.
6.7.2. Eigenschappen temperatuurmeting
In dit venster kan de eenheid worden ingesteld waarin de temperatuur meting dient te worden
weergegeven.
6.7.3. Bewaking minimale temperatuur
Ter bewaking kan van een minimale temperatuur kan een minimale grenswaarde van1 tot 99 °C
ingegeven worden.
Of de installatie daadwerkelijk wordt uitgeschakeld, kan worden ingesteld ("Uitschakelen"). Indien dit
het geval is dan kan worden ingesteld of de installatie weer automatisch inschakelt ("Autom. inschak.")
indien de gemeten waarde weer boven de grenswaarde komt.
Is de bewaking niet ingeschakeld ("Bewaking") dan zal de bewaking niet in de programmeerlijst van
de fasen verschijnen.
Componenten
Verder kan er een vertraging worden ingevoerd (1-9999 sec). De
gemeten waarde dient gedurende deze vertraging onder de
grenswaarde te liggen voordat een alarm wordt gegeven of de
installatie eventueel wordt uitgeschakeld.
23