3.14 Roerwerk
De spuitvloeistoftank heeft een hydraulisch
roerwerk. Om de roerintensiteit te verhogen,
beschikt de roerwerkbuis over speciale injec-
torkoppen. Als het roerwerk ingeschakeld is,
mengt het de spuitvloeistof in de tank en zorgt
zo voor een homogeen mengsel.
Het roerwerk kan bij machines van het type CCS
Pro in 3 niveaus en bij machines van het type
CCS/ECO manueel ingesteld worden:
aan de externe bedieningsterminal (machines
•
van het type CCS Pro)
aan de hoofdterminal (machines van het type
•
CCS Pro)
aan de kogelkraan aan de drukzijde (machi-
•
nes van het type CCS en ECO)
Het roerwerk kan ook volledig uitgeschakeld
worden om de resterende hoeveelheid in de
spuitvloeistoftank te beperken.
Bij de hoogste intensiteit wordt ook de snelvul-
kraan geopend om een werveling in de
tank te creëren (alleen bij machines van het
type CCS Pro).
Bij machines met de CCS-Pro-uitrusting moet
in de spuitvloeistoftank minstens 150 liter zitten
om het roerwerk te kunnen activeren.
3.15 Filter
OPMERKING
Alle voorziene filters van de filteruitrusting ge-
bruiken. De filters regelmatig reinigen.
Een storingsvrije werking van de veldspuit is
enkel mogelijk door het perfect filteren van de
spuitvloeistof. Een perfecte filtering beïnvloedt
het slagen van de gewasbescherming aanzienlijk.
Houd rekening met de toegelaten combinaties
van de filter en de maasbreedte. De maas-
breedte van de zelfreinigende drukfilter en van
de spuitdopfilters (optie) moet altijd kleiner
zijn dan de spuitdopopening van de gebruikte
spuitdoppen.
54
Denk eraan dat het gebruik van drukfilterele-
menten met 80 resp. 100 mazen/inch bij bepaal-
de gewasbeschermingsmiddelen het werkzame
bestanddeel kan wegfilteren.
Vraag eventueel informatie aan de fabrikant van
het gewasbeschermingsmiddel.
Drukfilter
De drukfilter voorkomt dat er vuil in de spuitdop-
leiding komt. Afhankelijk van de toepassing zijn
verschillende fijnheden beschikbaar. Standaard
heeft de filter een element met 80 mazen/inch.
Voor vloeibare meststoffen of bij het gebruik van
grotere spuitdoppen adviseren wij een grover
element om het drukverlies in de filter zoveel
mogelijk te beperken.
De zelfreinigende drukfilter voorkomt dat de
spuitdopfilters vóór de spuitdoppen verstoppen.
In circulatiewerking (spuithoofdschakelaar 'uit')
wordt de binnenkant van het drukfilterelement
continu gespoeld. Onopgeloste partikels van
spuitvloeistof of vuil worden opgevangen in de
vulzeef van de spuitvloeistoftank bij het terug-
stromen van de vloeistof naar de tank.
Zeefrooster
Het zeefrooster voorkomt dat grote stukken vuil
in de pomp en het spuitsysteem terechtkomen.
Vulzeef
De vulzeef voorkomt dat vuil binnendringt bij het
vullen van de spuitvloeistoftank via de vulope-
ning. De zeef heeft standaard een maasbreedte
van 1 mm.
Uitloopfilter naar de tank
De uitloopfilter naar de tank voorkomt dat af-
zettingen van middelen zich in de zuigarmatuur
vastzetten.
Zuigfilter
Door de zuigfilter wordt het water/de spuitvloei-
stof door de centrifugaalpomp gefilterd (maas-
breedte 0,9 mm).