[126] De opnamefuncties gebruiken > De overige functies
van dit apparaat instellen
SteadyShot
Stelt in of de functie SteadyShot moet worden gebruikt of niet.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Aan (standaardinstelling):
Gebruikt [SteadyShot].
Uit:
Gebruikt [SteadyShot] niet.
Wij adviseren u de camera in te stellen op [Uit] als u een statief gebruikt.
Opmerking
U kunt [SteadyShot] niet instellen wanneer u een lens met montagestuk A (los verkrijgbaar)
gebruikt, of wanneer de naam van de bevestigde lens niet de letters "OSS" bevat, zoals
"E16mm F2.8".
[127] De opnamefuncties gebruiken > De overige functies
van dit apparaat instellen
NR lang-belicht (stilstaand beeld)
Als u de sluitertijd instelt op één seconde of langer (opname met lange belichtingstijd), wordt de
ruisonderdrukking ingeschakeld gedurende de tijd dat de sluiter open staat. Als deze functie is
ingeschakeld, wordt de korrelige ruis, typisch voor opnamen met een lange belichtingstijd,
verminderd.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Aan (standaardinstelling):
Activeert ruisonderdrukking zolang de sluiter open staat. Terwijl de ruisonderdrukking wordt
uitgevoerd, wordt een bericht weergegeven, en u kunt dan niet een nieuw beeld opnemen.
Selecteer dit als u de beeldkwaliteit prioriteit wilt geven.
(Camera- instellingen) → [SteadyShot] → gewenste instelling.
(Camera- instellingen) → [
NR lang-belicht] → gewenste instelling.