Invulflits (standaardinstelling):
Elke keer als u op de ontspanknop drukt, gaat de flitser af.
Langz.flitssync.:
Elke keer als u op de ontspanknop drukt, gaat de flitser af. U kunt met de langzame-
flitssynchronisatieopname een helder beeld opnemen van zowel het onderwerp als de
achtergrond door een langere sluitertijd te gebruiken.
Eindsynchron.:
Elke keer wanneer u de ontspanknop indrukt, gaat de flitser af net voordat de belichting is
voltooid. Met eindsynchronisatie kunt u een natuurlijke foto maken van het naspoor van een
bewegend onderwerp, zoals een rijdende auto of een wandelaar.
Draadloos:
Bij gebruik van een draadloze flitser, wordt door het schaduweffect sterker een
driedimensionale indruk gewekt dan bij gebruik van een bevestigde flitser. Deze functie is
effectief wanneer u een externe flitser (los verkrijgbaar) op het apparaat bevestigt die
compatibel is met afstandsbediening, en opneemt met draadloze flitser (los verkrijgbaar), die op
afstand van het apparaat is geplaatst.
Opmerking
De standaardinstelling hangt af van de opnamefunctie.
De beschikbare flitsfuncties zijn afhankelijk van de opnamefunctie.
[37] De opnamefuncties gebruiken > De flitser gebruiken
Flitscompensatie
Past de hoeveelheid flitslicht aan binnen een bereik van –3,0 EV tot +3,0 EV.
Flitscompensatie verandert alleen de hoeveelheid flitslicht. Belichtingscompensatie verandert
de hoeveelheid flitslicht in combinatie met de verandering van de sluitertijd en het diafragma.
1. MENU →
Door hogere waarden (+ kant) te selecteren, wordt het flitsniveau hoger, en door lagere
waarden (– kant) te selecteren, wordt het flitsniveau lager.
Opmerking
Het kan zijn dat het hogere flitseffect niet zichtbaar is omdat de beschikbare hoeveelheid
flitslicht beperkt is in het geval het onderwerp zich buiten het maximumbereik van de flitser
bevindt. Als het onderwerp zich erg dichtbij bevindt, is het lagere flitseffect mogelijk niet
zichtbaar.
(Camera- instellingen) → [Flitscompensatie] → gewenste instelling.