MAATWIELEN AFSTELLEN
Opmerking: Als u het maaidek instelt op een
maaihoogte van 25,4 mm, moeten de maatwielen in de
hoogste stand worden gezet.
1. U stelt de maatwielen af door de vrijloopnaaf los te
maken, de maatwielsteun op de gewenste hoogte te
zetten en de vrijloopnaaf weer vast te draaien. Zorg
ervoor dat de pennen van de maatwielsteun in de gaten
in het maaidek zitten.
2
Figuur 15
1. Maatwiel
2. Maatwielsteun
3. Vrijloopnaaf
GLIJDERS AFSTELLEN
1. U stelt de glijders af door de flensmoeren los te
draaien en op de gewenste hoogte te zetten en de
flensmoeren weer vast te draaien.
Figuur 16
1. Glijder
2. Flensmoer
VÓÓR HET GEBRUIK
(Fig. 15)
3
1
(Fig. 16)
1
2
SCHUINSTAND VAN MAAIDEK
AFSTELLEN
(Fig. 17)
De schuinstand van het maaidek is het verschil in de
maaihoogte van de voorkant van het mesvlak tot de
achterkant van het mesvlak. TORO adviseert een
schuinstand van 6 mm. Dit wil zeggen dat de achterkant
van het mesvlak 6 mm hoger is dan de voorkant.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Stel het maaidek in op de gewenste maaihoogte.
3. Draai één mes zodat dit recht naar voren wijst.
4. Meet met een korte liniaal de afstand van de grond
tot de voorste rand van het mes. Meet vervolgens de
afstand van de grond tot de achterste rand van het mes.
5. Trek de afstand aan de voorkant van de afstand aan
de achterkant om de schuinstand te berekenen.
6. Om de schuinstand af te stellen, moet u de
tractie-eenheid starten, het maaidek in de hoogst
mogelijke positie opheffen en de motor afzetten.
7. Draai de contramoeren op de boven- of onderkant
van de veerstrop van de maaihoogteketting los.
2
1
Figuur 17
1. Maaihoogteketting
2. Veerstrop
8. Stel de andere moeren af om de achterkant van het
maaidek hoger of lager te zetten en een correcte
schuinstand te verkrijgen.
9. Draai de contramoeren vast.
10. Laat het maaidek neer.
15