4. Zorg ervoor dat de plaats waar het filter wordt
bevestigd, schoon is. Schroef het filter erop totdat
de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat:
draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 slag.
5. Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten
lopen om lucht uit het systeem te verwijderen. Zet
de motor af en controleer op olielekkages.
Hydraulische slangen en
leidingen controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en
slangen op lekkages, kinken, loszittende steunen, slijtage,
loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden
en de inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke
reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik
neemt.
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt,
kan door de huid heen dringen en letsel
veroorzaken.
• Controleer of alle hydraulische slangen
en leidingen in goede staat verkeren
en alle hydraulische aansluitingen en
verbindingsstukken stevig vastzitten voordat
u druk zet op het hydraulische systeem.
• Houd lichaam en handen uit de buurt van
kleine lekgaten of spuitmonden waaruit
onder hoge druk hydraulische vloeistof
ontsnapt.
• U kunt lekken in het hydraulische systeem
opsporen met behulp van karton of papier.
• Hef alle druk in het hydraulische systeem op
veilige wijze op, voordat u werkzaamheden
gaat verrichten aan het hydraulische
systeem.
• Waarschuw onmiddellijk een arts als er
hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de
huid.
Reiniging
Vonkenvanger/geluiddemper
onderhoudsbeurt geven
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
De geluiddemper moet om de 200 bedrijfsuren worden
ontkoold.
1. Verwijder de afsluiter van de geluiddemperpijp
uit de reinigingspoort aan de onderzijde van de
geluiddemper.
De geluiddemper kan heet zijn en brandwonden
veroorzaken.
Wees voorzichtig als u werkzaamheden verricht
rond de geluiddemper.
2. Start de motor. Sluit de normale uitlaatpoort van de
geluiddemper af met een stuk hout of een metalen
plaatje zodat de uitlaatgassen via de reinigingspoort
worden afgevoerd. Zorg dat de uitlaatpoort
geblokkeerd blijft totdat er geen koolstofaanslag
meer naar buiten komt.
Ga nooit recht achter de reinigingspoort staan.
Draag altijd een veiligheidsbril.
3. Zet de motor af en plaats de afsluiter weer in de pijp.
44