De kabel van de zelfaandrijving
afstellen
Wanneer u de hoogte van de handgreep verandert, moet u
de kabel van de zelfaandrijving vervangen of als de
tractiedrijfriem slipt, moet u deze kabel afstellen.
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
2. Trek de bovenste handgreep zo ver mogelijk naar achteren.
3. Draai de moer van de kabelsteun los (Fig. 20).
4
3
Figuur 20
1. Kabelmantel
2. Kabelbeugel
3. Moer
4. Verwijder de drijfriemkap (Fig. 21).
Figuur 21
1. Drijfriemkap
5. Duw de beugel van de aandrijving omlaag totdat deze
tegen de maaimachine aankomt en houd hem in die
stand (Fig. 22).
1
2
m-4205
4. Bovenste deel van
handgreep
281
2. Bouten
18
Figuur 22
1. Beugel van aandrijving
6. Trek de kabelmantel naar beneden (in de richting van de
maaimachine) totdat de kabel strak staat (Fig. 20).
7. Houd de kabel in die positie, zet de beugel van de
aandrijving los en draai de moer op de kabelbeugel vast
(Fig. 20).
8. De drijfriemkap terugplaatsen.
De wielen smeren
Om de 25 bedrijfsuren of aan het einde van het seizoen
moeten de voor- en achterwielen worden gesmeerd.
1. Smeer twee à drie druppels dunvloeibare olie op de
binnenkant van de voorwielen en op de buitenkant van
alle wielbouten.
2. Draai de wielen rond om de olie in de lagerbussen te
verdelen.
3. Neem overtollige olie op.
4. Zet de maaihoogtehendels van de achterwielen in
stand C.
5. Veeg de smeernippels af met een schone doek (Fig. 23).
Figuur 23
1. Smeernippel
6. Zet een vetspuit op elke smeernippel en pomp er
voorzichtig twee à drie slagen Nr. 2 smeervet op
lithiumbasis voor algemene doeleinden in.
Belangrijk
Inpompen van vet met te hoge druk kan
schade aan de afdichtingen veroorzaken.
2
1
m-4273
2. Hier duwen
1
276