Zwenkaandrijvingen SG 05.1 – SG 12.1/SGR 05.1 – SGR 12.1
met besturingseenheid AUMA MATIC AM 01.1
23.6 Afregelen positioner eindstand OPEN (invers bedrijf)
Tabel 12
Mogelijke LED-weergave:
(zie afbeeldingen 34 en 36)
LED's lichten niet op
LED
(V27 geel) licht op
LED
(V28 groen) licht op
38
.
Bij een standaarduitvoering leidt een maximaal ingangssignaal
(E1 = 20 mA) ertoe, dat de afsluiter in de eindstand OPEN wordt gebracht.
.
Door de codeerschakelaar S3-7 (afbeelding 36) in stand „1" te zetten kan
de signaaldefinitie omgekeerd worden (invers bedrijf).
Indien een RWG (optie) is ingebouwd, dienen de aansluitingen 7 (rood)
.
en 5 (zwart) op de RWG-printplaat in de aandrijving (afbeelding 20) te
worden verwisseld.
Indien er een potentiometer (optie) is ingebouwd, dienen de aansluitin-
gen 21 (rood) en 22 (zwart) op de potentiometer te worden verwisseld.
Vóór het instellen van de positioner dient men zich ervan te
vergewissen, dat het wegschakel- en draaimomentmecha-
nisme van de aandrijving en de terugmelding (hoofdstuk
.
17. en 18.) ingesteld zijn.
.
.
Keuzeschakelaar (lokale bediening) in de stand PLAATSELIJK zetten.
.
Breng de aandrijving met drukknop
Het stuursignaal E1 van 0 resp. 4 mA activeren (zie schakelschema).
Potentiometer „t-off" (P10) tegen de wijzers van de klok in (linksom) tot
aan de aanslag draaien (afbeelding 36).
Het ontbreken van de signalen E1/E2 of een verkeerde pola-
riteit wordt via LED (V10) „E1/E2 < 4 mA" (afbeelding 34
resp. 36) aangegeven.
.
Op de meetpunten MP3 en MP4 een voltmeter (0 – 5 V) aansluiten om de
nominale waarde te meten (afbeelding 36).
Bij een nominale waarde E1 van 0 mA geeft de voltmeter 0 V aan.
Bij een nominale waarde E1 van 4 mA geeft de voltmeter 1 V aan.
.
Indien de nominale waarde (0 V resp. 1 V) niet juist is:
instelling van de nominale waarde in de controlekamer corrigeren.
Op de meetpunten MP2 en MP1 een voltmeter aansluiten om de werke-
lijke waarde te meten.
Bij een werkelijke waarde E2 van 0 mA geeft de voltmeter 0 V aan.
Bij een werkelijke waarde E2 van 4 mA geeft de voltmeter 1 V aan.
Indien de meetwaarde niet juist is:
de terugmelding opnieuw instellen overeenkomstig hoofdstuk 17. en 18.
en de positioner opnieuw afregelen.
Vereiste instelling in eindstand OPEN:
(zie afbeeldingen 34 en 36)
potentiometer „0" (P3) iets naar rechts draaien tot LED
oplicht.
potentiometer „0" (P3) iets naar rechts draaien tot LED
uitgaat en LED
potentiometer „0" (P3) naar links draaien tot LED
vooralsnog niet meer oplicht.
Daarna potentiometer „0" (P3) iets naar rechts draaien tot LED (V28
groen) weer oplicht.
in de eindstand OPEN.
(V28 groen) oplicht.
Bedieningsinstructies
(V28 groen)
(V27 geel)
(V28 groen)