4
Gebruik de blazer om het
oppervlak van de beeldsensor en
het omliggende gebied te
reinigen.
• Raak niet de beeldsensor aan met de
punt van het blaaskwastje en steek de
punt van het kwastje niet in de holte
voorbij de vatting.
• Houd de camera met de lensvatting
omlaag gericht om te voorkomen dat
stof weer neerdwarrelt binnenin het
camerahuis. Voer het reinigen snel uit.
• Maak ook de achterzijde van de spiegel
schoon met een blaaskwastje.
5
Breng na het reinigen de spiegel
weer met uw vinger omlaag totdat
u een klik hoort.
• Breng het kader van de spiegel weer
omlaag met uw vinger. Ga voorzichtig
te werk zodat u het oppervlak van de
spiegel niet raakt.
• Breng de spiegel omlaag totdat deze
stevig vergrendeld is.
6
Bevestig de lens en zet de camera uit.
• Controleer dat de spiegel stevig is vergrendeld wanneer u de lens bevestigt.
De beeldsensor reinigen
Zet één van de zijden
omlaag.
245