(wanneer de maximale diafragmawaarde van de lens hoger is dan F3.5,
wordt de maximale diafragmawaarde ingesteld). U kunt echter de ISO-
gevoeligheid aanpassen. De scherpstelling en de belichting worden
tijdens het maken van opnamen voortdurend aangepast.
• In de stand voor handmatige scherpstelling of wanneer
[Scherpstelfunctie] is ingesteld op [Enkelvoudige AF], kunt u de ISO-
gevoeligheid en het diafragma aanpassen. Wanneer [Enkelvoudige AF] is
geselecteerd, wordt de scherpstelling vergrendeld bij het eerste beeld.
Opmerkingen
• Wanneer de zoom ×2,3 is, wordt het beeldformaat op S gesteld en wanneer de zoom
×1,5 is, kan het beeldformaat op M of S worden gesteld.
• De sluitertijd is langer, afhankelijk van de instelling van ISO of diafragma. Een
gevolg daarvan kan zijn dat de snelheid van ononderbroken opnamen lager is.
• De functie Gezichtsherkenning is uitgeschakeld.
• Wanneer [Auto HDR] is geselecteerd, wordt het DRO-proces tijdelijk uitgevoerd
volgens de DRO-instelling.
• U kunt [Kwaliteit] niet instellen op [RAW] of [RAW en JPEG] wanneer
gekozen.
Autom. programma
Deze functie is geschikt voor:
Gebruik van de automatische belichting, terwijl uw eigen instellingen voor ISO-
z
gevoeligheid, Creatieve stijl, Dynamisch-bereikoptimalisatie enzovoort
behouden blijven.
1
Zet de functiekeuzeknop in de stand P.
2
U kunt de opnamefuncties instellen op de gewenste
instellingen (blz. 96 tot 162).
3
Wijzig de scherptediepte en fotografeer het onderwerp.
Een opnamestand selecteren
is
81