3.2. Reserveonderdelen
Maak uitsluitend gebruik van originele reserveonderdelen. Wacht niet tot de componenten versleten zijn om ze te vervangen. Vervang
een versleten component alvorens hij volledig stuk is om eventuele ongevallen als gevolg van een plotse breuk van een component, te
vermijden. Voer de periodieke controles met het oog op het onderhoud van de kachel uit volgens de richtlijnen beschreven in het betrokken
hoofdstuk.
3.3. Faiencetegels
Kachels met gegoten keramiek werden op bijzondere wijze met de hand afgewerkt en bieden een dubbel voordeel: ze ogen enerzijds
bijzonder mooi en slaan anderzijds tijdens het branden de warmte op die ze vervolgens, ook al werd de kachel intussen gedoofd,
afgeven. Faience is en blijft een zeer broos materiaal. We bevelen u dan ook aan om de faience met zorg te behandelen bij het
schoonmaken en om onder alle omstandigheden schokken te vermijden, ook al staat de kachel koud, omdat er anders tijdens de
verwarmingsfase plotseling scheuren en barsten kunnen optreden.
Wees dus ook voorzichtig wanneer u de vultrechter/het reservoir met pellets vult. Absoluut te vermijden is de zak met pellets neerzet-
ten op de faience!
3.4. Wat zijn pellets, ook wel houtkorrels genoemd?
Pellets of houtkorrels worden vervaardigd uit zaagsel en houtspaanders afkomstig van zagerijen en timmerbedrijven. In het materiaal
mag uiteraard geen enkele vreemde stof zitten zoals lijm, lak of andere synthetische producten.
Het zaagsel en de houtspaanders worden onder hoge druk door een matrijs met gaatjes geperst. Onder die hoge druk wordt het
zaagsel warm en worden de natuurlijke bindmiddelen van het hout geactiveerd. Op die manier blijven de pellets, zonder toevoeging
van enig bindmiddel, hun vorm behouden. De dichtheid van de pellets is afhankelijk van de verwerkte houtsoort en bedraagt over het
algemeen 1,5 tot 2 keer de natuurlijke dichtheid van hout. De pellets hebben een diameter van 6 tot 10 mm en zijn 10 tot 50 mm lang.
Het gewicht van de pellets bedraagt ongeveer 650 kg/m³. Precies omwille van het lage watergehalte (8 – 10 %) bieden ze een hoge
energie-inhoud.
De DIN 51731-normen bepalen de kwaliteit van de pellets:
Lengte
: ongeveer 10 - 30 mm
Diameter
: ongeveer 6 - 10 mm
Werkelijk gewicht
: ongeveer. 650 Kg/m³
Verbrandingswaarde
: ongeveer 4.9 kWh/Kg
Restwatergehalte
: ongeveer 6 - 12 %
As
: <1.5%
Soortelijk gewicht
: >1.0 Kg/dm³
De pellets moeten absoluut droog worden gehouden, zowel tijdens het transport als bij de opslag. Bij contact met vocht gaan ze immers
zwellen en worden ze onbruikbaar. Ze moeten dan ook tegen vocht worden beschermd zowel tijdens het transport als bij de opslag.
Voor gebruik met de kachels beveelt Ravelli pellets aan met een diameter van 6 mm.
Bij gebruik van pellets met een andere diameter moet u contact opnemen met het servicecenter dat vervolgens voor de no-
dige aanpassingen zorgt.
3.5. Hoe werkt een kachel
7
1
5
9
9
Gebruiks- en onderhoudshandleiding voor het AIR-model
Het is aan te bevelen om tijdens het
vullen van het reservoir de zak met
pellets niet op de faiencetegels te
plaatsen.
Afb.1
6
8
3
2
4
1 - wormwiel voor het laden van pellets
2 - weerstandsgroep voor de ontsteking
3 - verbrandingspot
4 - rookkanaal
5 - luchtinlaatbuis
6 - warmtewisselaar uit roestvrij staal
7 - vultrechter pellets
8 - vlamterugslagschild
9 - rookafvoerpijp
Op deze tekening staan de interne onderdelen van een pel-
letkachel afgebeeld.
Wanneer het reservoir (7) wordt gevuld, komen de pellets via
het wormwiel (1) voor het laden van pellets in de verbran-
dingspot (3) terecht.
De ontsteking wordt geïnitieerd door de weerstand (2) die de
lucht afkomstig van de opening (5) oververhit, waardoor de
pellets uiteindelijk gaan ontbranden.
De rook wordt vervolgens afgevoerd naar de warmtewisselaar
(6) uit roestvrij staal en wordt via het rookaanzuigkanaal (4)
naar de rookafvoerbuis gebracht die de verbinding vormt met
de rookafvoerpijp (9).
10/11/10
Pag.5
Afb.2