3.6. Verbranding
Verbranding is een chemische reactie waarbij twee reagentia, c.q. zuurstof en brandstof, in elkaar opgaan om zo nieuwe stoffen te vormen.
Bij die reactie komt ook heel wat warmte vrij (werkingsprincipe van pelletkachels).
Om een beter inzicht te krijgen in het proces kunnen we ons houden aan onderstaand schema dat ook wel de "vuurdriehoek" wordt ge-
noemd. De driehoek omvat de drie elementen die nodig zijn voor het verbrandingssysteem. Het gaat daarbij om
•
Brandstof (pellets)
•
Zuurstof (aanwezig in de lucht)
•
Ontsteking (elektrische ontstekingsbougie)
De verhouding tussen brandstof en zuurstof moet goed zitten opdat verbranding zou kunnen ontstaan, het zogenaamde "ontvlambaarheids-
bereik".
De reactie tussen de brandstof en de zuurstof gebeurt niet spontaan, maar wordt geïnitieerd door een externe ontsteking. Die ontsteking
kan op haar beurt worden geïnitieerd door een warmtebron of een vonk. De ontsteking staat voor de energie die de moleculen van de
reagentia nodig hebben om de reagentia te activeren zodat de reactie uiteindelijk wordt opgestart. Die energie wordt aangeleverd door een
externe bron (elektrische ontstekingsbougie). De energie die vervolgens uit die reactie vrijkomt, volstaat om het proces gaande te houden.
Hierna worden drie soorten van verbranding beschreven. In afbeelding 3 wordt een correcte verbranding weergegeven:
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Gebruiks- en onderhoudshandleiding voor het AIR-model
Niet-correcte verbranding, een te sterk getrokken vlam, net als een "zuurstof-waterstof-
vlam", met heel veel gloeiende pellets die uit de verbrandingspot komen. De instelling
"Set Pellets /lucht" aanpassen door het percentage lucht (van 0 tot -5) terug te schroeven.
Wanneer dit niet voldoende is, moet de hoeveelheid aangevoerde pellets (van 0 tot +5)
worden verhoogd zodat de kachel volgens de toestand in afbeelding 3 wordt gestabili-
seerd.
Indien de aanpassingen van de programmering er niet toe leiden dat de kachel met een
correcte verbranding werkt (afbeelding 3), moet u contact opnemen met de serviceafde-
ling.
Niet-correcte verbranding, futloze, kromtrekkende vlam zoals de verbranding in een
houtkachel waarbij heel wat niet-verbrande pellets in de verbrandingspot terechtkomen.
U moet dan in eerste instantie controleren dat de deur en de aslade goed zijn afgesloten.
Vervolgens moet u de instelling "Set Pellets /lucht" aanpassen door het percentage lucht
(van 0 tot -5) terug te schroeven. Wanneer dit niet voldoende is, moet de hoeveelheid
aangevoerde pellets (van 0 tot +5) worden verhoogd zodat de kachel volgens de toestand
in afbeelding 3 wordt gestabiliseerd.
Indien de aanpassingen van de programmering er niet toe leiden dat de kachel met een
correcte verbranding werkt (afbeelding 3) moet u contact opnemen met de serviceafde-
ling.
CORRECTE verbranding. Levendige vlam van wit/gele kleur met een minimale hoeveel-
heid pellets in de verbrandingspot.
Ideale verbranding die geen enkele aanpassing vergt.
Afbeelding 3 toont een vlam van een kachel die in vermogenstand 5 brandt.
BRANDSTOF
10/11/10
Pag.6