Een parameter wijzigen:
1. Open het instelmenu.
2. Druk
op
de
ENTER-toets
parameterinstelling te openen.
3. Selecteer de menugroep met de ENTER-toets om
te kunnen wijzigen.
4. Voer het wachtwoord in.
om
de
5. Wijzig de
instelwaarde
OMHOOG en OMLAAG en sla de waarde op
door op de ENTER-knop te drukken.
met de
knoppen
- 39 -
4.2.4.6
LOG-lijst
De logs zijn onderverdeeld in drie verschillende
lijsten:
– Gebeurtenissenlog: bevat tot 50 gebeurtenissen
– Alarmlog: bevat tot 30 historische alarmen
– Batterijtestlog:
bevat
tot
batterijtests
Een gebeurtenis is bijv. het sluiten van een onderbre-
ker en het starten van de motor. Een alarm is bijv. een
te hoge stroom of te hoge koelwatertemperatuur. Een
batterijtest is bijv. test OK of test mislukt.
De LOG-lijst openen:
1. Open het LOG-menu.
2. Selecteer de gewenste loglijst met de knoppen
OMHOOG en OMLAAG en selecteer met de
ENTER-knop.
3. Om door de lijst te bladeren, gebruikt u de
knoppen OMHOOG en OMLAAG.
1
Datum en tijd van de gebeurtenis
2
Verrichting
3
Gebeurtenisnummer
52
historische